HET LIDMAATSCHAP HERVORMDE GEMEENTE HIER TE LANDE MIJ WILLEKEURIG BELET. KOHLBRUGGE EN ZOUTELANDE 93 het feit dat velen hem afwezen, een kring van geestverwanten behouden, mannen en vrouwen die bleven hopen dat hij naar Nederland zou te rugkeren en binnen de vaderlandse kerk nog eens een wettige plaats zou mogen innemen. On der die geestverwanten waren ook predikanten die zelf binnen de Hervormde Kerk werkzaam waren. Zij zorgden ervoor dat Kohlbrugge vanuit Duitsland enkele malen kon voorgaan in een Hervormde gemeente. Voor het eerst gebeurde dit in 1856 te Vianen. Begrijpelijk is, dat ze ook alles in het werk stelden om voor Kohlbrugge een predikantsplaats te verkrijgen. Voorziening in de predikantsvacature te Zoute- lande Te Zoutelande ontstond op 30 april 1865 een vacature door het vertrek van ds J.T.F.U. Lauts naar Vrouwenpolder. Als consulent trad in de vacante gemeente op ds. J.G. Ormel van Westka- pelle. Onder zijn leiding komt de kerke.raad van Zoutelande voor het eerst op 25 april 1865 bijeen om handopening aan het Classikaal bestuur te vragen, opdat er een beroep uitgebracht zal mo gen worden. Vervolgens wordt er op 11 mei weer vergaderd. Besloten wordt een brief te zenden aan het Provinciaal Kerkbestuur van Zeeland en aan het Classikaal bestuur te Middelburg, waarin de kerkeraad haar voornemen meedeelt een be roep uit te zullen brengen op dr. H.F. Kohlbrugge te Elberfeld. Op de vraag hoe de kerkeraad van Zoutelande op dit idee gekomen was, zal in dit artikel nog nader worden ingegaan. Of men zich bewust was van het feit dat het uitbrengen van een beroep op Kohlbrugge wel eens een ingewikkelde pro cedure zou kunnen worden, is niet bekend. In de notulen wordt er niets over vermeld. Wel kan ge constateerd worden dat de consulent blijkbaar heil in de onderneming heeft gezien, anders had hij het kunnen ontraden. Zonder zijn medewer king zou een en ander niet hebben kunnen plaatsvinden. Het schrijven van de brieven werd op genoemde vergadering ogenblikkelijk ter hand genomen. Spoedig zullen ze ook zijn ver zonden, want korte tijd later wordt een tweetal brieven ontvangen die een duidelijk antwoord bevatten6. Allereerst een schrijven van de Minister van Justitie, afdeling Hervormde Eredienst. DE MINISTER VAN JUSTITIE, Ingevolge magtiging des Konings, Beschikkende op een bij marginale dispositie van 15 Mei 1865, No 31, gerenvoijeerd adres van ouderlingen en diakenen der hervormde ge meente te Zoutelande, Provinciaal Kerkbestuur van Zeeland, inhoudende het verzoek om agrea- tie voor een op Dr. H.F. Kohlbrugge, predikant EIJ DE VOORAF GAAT MIJSE AFZETTING ALS LUTIIERSCfl PROPONENT. ECHTE BESCHEIDEN VAX n. F. KOHLBRUGGE Doctor in de Godgeleerdheid Gy aenschouwt de mocyte ende het ver driet t opdat men *t in uwe hant geve» Psalm. 10. JKant de steen uyt den muer roept ende de balei uyt het hout antwoordt dien* Habakuk 2. Te AMSTERDAMij J. H. DEN OUDEN. C. 2T. yooriurgwal en Soek ran de Tieter-3'akobetraatt N°. 222. 1833. Afb. 1: Titelblad van het boek waarin de bescheiden zijn gepubliceerd betreffende het aan Kohlbrugge geweigerde lidmaatschap der Nederlandse Hervormde Kerk. bij de Nederlandsch Gereformeerde gemeente te Elberfeld uit te brengen beroep als predikant bij de gemeente van Zoutelande voornoemd; Overwegende, dat de hier bedoelde agreatie, na de in 1864 in werking getreden wijziging van Artikel 57 van het Synodaal Regelement op de vacaturen, niet meer wordt vereischt, dat volgens de Wet van 10 Sep tember 1853, Staatsblad No. 102, art 2, en naar het in overeenstemming daarmede gewijzigde Art. 57 van het Reglement op de vacaturen voor noemd, de toestemming des Konings door den beroepene moet worden aangevraagd vóór het aanvaarden zijner bediening, en dat deze aanvraag behoort te geschieden nadat het beroep door den Kerkeraad uitgebragt, door de beroepene aangenomen en door de be-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1996 | | pagina 15