96
KOHLBRUGGE EN ZOUTELANDE
Alb. 4: Kerk uitgang te
Zoutelande
(begin 1900).
Waardoor of door wie viel de keuze op Kohl-
brugge
De vraag wie de kerkeraad van de Zoutelande op
het idee bracht om een beroep uit te brengen op
Kohlbrugge willen we thans nader bezien. Hoe
kwam men ertoe? Wat wist men te Zoutelande
van de man die al jarenlang in Duitsland ver
toefde? Was de kerkeraad op de hoogte dat hij in
1857 al beroepen werd door de Christelijke afge
scheiden gemeente te Middelburg?
de notulen van de kerkeraadsvergaderingen
zoekt men tevergeefs naar een aanwijzing waar
uit duidelijk wordt, wie de broeders te Zoute
lande op dit punt van advies heeft gediend. Zon
der nadere verklaring wordt op 11 mei 1865
genotuleerd dat brieven uitgaan naar de Classis
en Provinciale Kerkvergadering met de medede
ling dat de kerkeraad van de Hervormde ge
meente te Zoutelande voornemens is H.F. Kohl
brugge als predikant te beroepen. Wie met het
voorstel kwam, wordt niet vermeld.
Het antwoord op de bovengestelde vraag te
vinden zou misschien een onmogelijkheid zijn
geworden als niet, zoals eerder onderzoek heeft
aangetoond", uit een brief van de echtgenote van
ds. G.J. Gobius du Sart van Arnemuiden blijkt dat
hij de persoon moet zijn geweest die als initiatief
nemer kan worden beschouwd
Gregorius Johan Gobius du Sart was een zoon
van els. Joan Frederik Gobius du Sart. Geboren te
Nigtevecht, was hij in 1857 predikant geworden
in St. Johannesga-Delfstrahuizen, een Friese ge
meente waar eerder zijn oudere broer Joan Jacob
predikant was geweest. In 1861 kwam hij naar
Zeeland omdat hij een beroep naar Arnemuiden
had aangenomen. Walcheren was hem niet onbe
kend, want zijn echtgenote Jonkvrouw Maria Wil-
helmina Schorer was een dochter van mr. J.G.
Schorer, raadsheer van het gerechtshof te Middel
burg. Gregorius Johan Gobius du Sart was even
als zijn vader en broer een geestverwant van
Kohlbrugge. Het is daarom niet verwonderlijk dat
hij, wanneer er te Zoutelande een vacature ont
staat, zijn invloed aanwendt om Kohlbrugge daar
te beroepen. Op welke wijze hij te werk is ge
gaan, is niet duidelijk1". Kennelijk had hij reeds
een dusdanig goede band met de kerkeraad van
Zoutelande dat zij gaarne zijn advies opvolgden.
Opmerkelijk is echter dat hij het resultaat van zijn
inspanningen zelf niet meer heeft kunnen zien.
Op de dag dat het beroep op Kohlbrugge werd
uitgebracht, 29 mei 1865, kwam hij namelijk op
de leeftijd van 33 jaar te overlijden aan de pok
ken. In brieven die Maria Wilhelmina Gobius du
Sart-Schorer na de clood van haar man zond aan
een vriend, J.L. Bernhardi te Utrecht, schreef zij
over de laatste levensdagen van haar man. Zij
vermeldde het volgende:
'Op de sterfdag van mijn Gorius is Kohlbrugge
hier te Zoutelande, op het eiland, met agreatie
van de Koning beroepen. Dit heeft mijn Gorius
nog met de kerkeraad veertien dagen voor zijn
overlijden in orde gebracht, en ook dit hebben
zijn ogen niet mogen zien'.
Hieruit wordt duidelijk dat ds. G. J. Gobius du
Sart de hand in het beroepingswerk te Zoute
lande heeft gehad. Dat mevrouw Gobius du Sart
er melding van maakt dat het beroep is uitge
bracht met agreatie van de koning, heeft ertoe
geleid dat in diverse publikaties gesteld wordt dat
Gobius du Sart over het beroep contact heeft ge-