DE PRIVATISERING VAN HET LOODSWEZEN
100
A.G. NAUTA
Leytsman van eenen scepe
Loots Luyden
Ghezworen Pilote
Rijksloodsen
Registerloodsen
Geschiedenis
Daar waar vanaf de vroegste tijden zeeschepen
behoefte hadden aan hulp om op lokale wateren
en de aansluitende stroomgebieden op zee te va
ren, ontstonden loodsdiensten. Er bestaan afbeel
dingen uit ca. 1500 vóór onze jaartelling van de
loods Knem Hotep. die loodsdienst verrichtte op
de Nijl. Het gedenkboek van de Vereniging Ne
derlandse Loodsensociëteit, Een eeuw loodsen
op en om de Schelde (1984), verhaalt over de
Scheldeloods Carausius, die zich in het jaar 286
tot keizer uitriep, tot 293 over Brittannië regeerde
en het tot zeemogendheid verhief.
De toename van de internationale scheepvaart
en de economische groei in de Nederlanden, die
steeds afhankelijker werd van het zeeverkeer,
deed havensteden het belang inzien van be
trouwbare loodsen die de zeeschepen, welke
veel welvaart brachten, veilig de haven in kon
den brengen. Er bestaat dan ook al heel oude re
gelgeving voor de organisatie en de kwaliteit van
het beroep van loods. Bekend zijn de 'Röles
d'Oléron', de basis van het zeerecht in grote de
len van West-Europa in de elfde en twaalfde
eeuw. Daarvan afgeleid zijn het Vlaamse zeerecht
uit de veertiende eeuw, bekend als de Vonnissen
van Damme, het zeerecht van Visby en het wa-
terrecht van Liibeck.
Toen later - vanaf het begin van de veertiende
eeuw - de scheepvaart op het Zwin sterk toe
nam, groeide de behoefte aan een meer georga
niseerde wijze van beloodsing. Het eerder
genoemde gedenkboek verhaalt over de totstand
koming van de Zeeuwse zeehavens in die tijd: de
Walcherse havens Arnemuiden, Middelburg,
Veere en Vlissingen en de haven van Zierikzee.
Deze steden stelden bevoegde loodsen aan.
Koopvaarders uit den vreemde, waaronder die uit
Biskaje, Castilië, Portugal, Genua en Venetië de
belangrijkste waren, kwamen onder leiding van
zogenaamde 'piloten' tot in de Vlaamse en
Zeeuwse kustwateren en namen daar een loods
aan boord. De piloten maakten deel uit van de
bemanning en waren terdege bekend met het tra
ject; zij werden voornamelijk betrokken bij de
kustnavigatie. Wanneer de ter plaatse beter be
kende loods aan boord kwam, nam deze de na\ i-
gatie over.
Dat de Zeeuwen zich indertijd al bezig hielden
met het beloodsen van schepen die Zeeland er
misschien ook wel het Zwin tot bestemming had
den, blijkt uit de kwartiermeestersrekeningen van
de stad Middelburg uit de jaren 1487 en 1493
Deze spreken van de uitbetaling van een zeker
bedrag aan 'thien piloten, die de stede van Mid
delburg uitgesonden heeft in de see, omme der
coopman uyt Spanien en de andere diverschen
landen, tegemoet te varen'. Over de organisatie
van het loodswezen in Vlissingen vóór de Napo
leontische tijd weten wij overigens heel weinig.
In de brand van het Vlissingse stadhuis in 1809
ging alles verloren wat ons een beeld zou kun
nen geven van het leven en werken van de lood
sen uit de tijd vóór de komst van de Fransen. Wal
resteert, maakt wel duidelijk hoe belangrijk de
loodsen in de Tachtigjarige Oorlog waren. Het
feit dat zij in 1568 vrijstelling van inkwartiering
durfden te vragen en verkregen, wijst op hun
sterke positie en op hun drukke werkzaamheden.
Nadat Vlissingen en Veere in 1572 de zijde van
de Prins van Oranje hadden gekozen, brak voor
Zeeland een tijd van strijd aan. Al snel bleek dat
Alva de strijd slechts zou kunnen winnen, als hij
ook de Zeeuwse wateren beheerste. Om zijn
vloot te versterken verzocht Alva de graaf van
Bossu, die met een vloot op de Zuiderzee lag.
een aantal schepen naar Zeeland te sturen. Op 1
oktober 1572 antwoordde Bossu, dat hij veertien
bodems schepen gereed had die onder vice-ad-
miraal Van Boschuizen naar het Marsdiep zouden
komen. Hij maakte Alva er wel op attent, dat de
scheepskapiteins er grote bezwaren tegen had
den om zonder loods het Veregat of de Roompot
binnen te varen, en mochten zij er al in slagen
deze wateren binnen te lopen, dan zouden zij
toch loodsen nodig hebben om hen naar Arne
muiden te brengen. Er was dus reeds in 1572
sprake van zee- en binnenloodsen.
Mogelijk was er door de toenemende scheep
vaart - de Kamer van Zeeland van de Verenigde
Oostindische Compagnie was na die van Amster
dam de grootste - de behoefte ontstaan om door
het aanstellen van loodsen de veiligheid te bevor
deren. De loodsen verrichten hun diensten aan
de hand van door de stad Middelburg vastge
stelde reglementen. Het ging in de eerste plaats
om de vaart van Middelburg door het Kanaal van
Welsinge en vandaar naar de Rede van Ramme-