beschryving ORGEL, z I E R 1 K Z E E. WILLEM LOOTENS 109 Wat konstig orgel praalt in deeze kerkportaalen! 1 Maar aller aangenaamst, zoetvloeijende onder 't speelen, Komt lieflijk in het oor, door Lootens konst en hand, Als hij 't clavier bespeelt, met flnyten en pres- tant, Bourdons, roer-fluit, trompet, bazuyn en holle pijpen, Wanneer hij door 't pedaal accoorden komt te grijpen; Tot ondersteun en grond van tenor en discant, Waar door zig hooren laat, 't geluid aan alle kant. Behalve over zijn broer is over enkele nazaten van "Willem Lootens (schaarse) informatie overge leverd. Na zijn dood werd hij als stadsklokkenist van Middelburg opgevolgd door zijn zoon Daniël Lootens. Een andere zoon, Jan Lootens, was al eerder als musicus in Middelburg aangesteld. Ter wijl hij in de desbetreffende Naamwyzer al vanaf 1780 als organist van de Oostkerk voorkomt, werd hij op 19 januari 1783 benoemd tot organist van het zojuist voltooide De Rijckere-orgel aldaar. Daarmee was hij de eerste organist van dit fraaie instrument, waarvan zijn vader als adviseur was opgetreden (zie onder). Jan Lootens vervulde deze functie op ijverige wijze tot 1790, het jaar waarin hij overleed. Men hield hem voor een be kwaam musicus en een zeer goed hoornist. Het is aannemelijk dat hij in deze laatste hoedanig heid vooral door zijn medewerking aan het colle gium musicum bekendheid had verworven. Hij werd als organist van de Oostkerk opgevolgd door Hendrik Lootens - waarschijnlijk een zoon van Jan. Deze Hendrik behoorde aan het eind van de achttiende eeuw tot een der vier 'Musiqc Meesters' van het Corps cle musique in Middel burg. Hij stierf in 1806 te Middelburg op 36-jarige leeftijd; hij woonde toen op de Seisdam. Een an der lid van de familie, Jacobus Lootens, was werkzaam in Goes. Ofschoon hij van beroep ei genlijk beeldhouwer was, bekleedde hij daar de post van organist en klokkenist van 1769 tot 1812, het jaar waarin hij overleed. Waarschijnlijk tot de volgende generatie be hoorde David Lootens, vermoedelijk een klein zoon van Willem. Deze David bespeelde van 1796 tot zijn dood in 1835 het in 1795 door Da niël Radermacher aan de kerk te Arnemuiden ge schonken orgel. David Lootens stond als een goed toonkunstenaar bekend. Radermacher ver zekerde hem een jaarwedde van twintig Zeeuwse rijksdaalders, waarvoor hij bij zijn overlijden een kapitaal van driehonderd pond Vlaams lega teerde. VAN EST OüDE EI! NlEDWE IN IJS GROOTE-OF St. LIEVEN3 MONSTER.KERK DE R STAD Beneffens, eenige Korte. Aanmerkingen ovei de Oufte ORGELEN, tot die op deezen Tyd DOOR WILLEM LOOTENS Organist en Klokkenist der Stad Middelburg In Zeeland. Gedrukt voor Reekening van JP: LO O T E N S Organist en Kiokkeniii der Stad ZIERIKZEE, 1771. ■"^«WÈTÊNSCH^Ü^ Afb. 2: Titelpagina. De functies van Willem Lootens in Middelburg Niet zonder reden zullen de kerkmeesters van Maassluis op 7 oktober 1760 in cle aan Lootens overhandigde attestatie hebben vermeld dat een langer verblijf van Lootens hun 'niet onaange naam' zou zijn geweest: alles wijst erop dat Loot ens zijn ambt als organist zeer serieus opvatte en de begeleiding van cle gemeentezang als een ver antwoordelijke taak beschouwde. Na enkele jaren als organist te Zierikzee te hebben gewerkt volgde zijn benoeming te Middelburg. Op 16 au gustus 1763 werd hij 'organist en klokspeelder' van de Nieuwe kerk en de abdijtoren (de 'Lange Jan') tot 31 december 1798 met een tractement van honderd pond Vlaams. Per 1 januari 1799 werd Lootens' aanstelling als stadsklokkenist ver lengd; zijn honorarium bedroeg tot aan zijn dood 83:6:8.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1996 | | pagina 35