'II.I.EM LOOTENS 111 Kerk en de St. Jacobskerk aldaar. Het orgel van laatstgenoemde kerk, gebouwd door de orgelma ker Albertus van Os te Vlissingen, werd bespeeld door Joos Verschuere Reynvaan, die ook bij de keuring betrokken was. De geschriften van Loo- tens over de orgels in Zierikzee en over de bouw van het De Rijckere-orgel in de Oostkerk te Mid delburg bevatten waardevolle gegevens over de Noordnederlandse en Vlaamse orgelbouw van zijn tijd. Ook in zijn hoedanigheid als klokkenist trad hij op als adviseur. Zo onderging het carillon van de Middelburgse abdijtoren op 24 Maart 1764 een in grijpende herstelling. Hoezeer men hierbij belang hechtte aan de betrokkenheid van Lootens blijkt uit het Register ten Rade: 'Is wijders goedgevon den welgemede heeren van de thesaurie, op hun sic), voorstel, te auctoriseren, om aan het klokken spel op den Abdijthoorn deser stad, de noodige reparatie, bij hun Ed. op circa 50 ponden vlaams begroot, hoe eerder, zoo beter te laten doen, en voorts, om aan den stadsklokkenist Willem Lo- tens [sic], die bij de voorschreve reparatie conti nued sal moeten adsisteren, voor het verzuim in zijn affaires, toe te leggen zodanige somme, als Hun Ed. naar bevind van zaken in redelijkheid geproportioneerd zullen oordeelen"'. In een be schrijving van 1824 wordt onder meer gezegd dat de toren voorzien is van een uitmuntend klok kenspel. Vanaf 1789 kreeg Lootens ook de super visie over het klokkenspel te Hulst. Naast deze verplichtingen was Lootens werk zaam als privédocent: zo gaf hij muzieklessen bij Daniël Radermacher thuis, waar hij als clavecinist ook aan huisconcerten meewerkte. Een zaak die Lootens tot slot - maar niet in de laatste plaats - aan het hart ging, was het niveau van de gemeentezang. In 1776 werden aan de kosters, voorzangers en de organist toelagen ver leend voor buitengewone diensten bij de invoe ring van het nieuwe Psalmgezang. Deze actie, aangekondigd in een 'Bericht aan de Nederduit- sche hervormde gemeente te Middelburg', was ingezet door de Hervormde gemeente en hield verband met de invoering van de nieuwe Psalm berijming in 1773. Voor Lootens betekende dit het leiding geven aan wekelijkse zangoefening in de Nieuwe Kerk, waar hij aan het orgel de voor zangers en hun assistenten instrueerde. Een tweede wekelijkse zangoefening had plaats in de Gasthuiskerk, waar de laatsten het geleerde over droegen aan een 'Gezelschap van eenige zanglie- venden uit de gemeente', die op hun beurt het goede voorbeeld aan de overige gemeenteleden dienden te geven. Ook als componist zette Loot ens zich in voor de verbetering van de kerkzang. Hiermee betreden we een ander terrein waarop Lootens werkzaam was, namelijk dat van de scheppende toonkunst. De composities van Willem lootens In zijn hoedanigheid van componist kan om te beginnen op zijn bijdragen aan de verbetering van het Psalmgezang worden gewezen. Zijn eer ste uitgave op dit gebied was: De 150 psalmen en gezangen, voor de Stem, Orgel en Clavecimbel, in Muziek gebragt door w. lootens, Organist van de Nieuwe-Kerk te Middelburg in Zeeland (Middel burg 1776). Dit werk, gegraveerd door l.L. Wau- ters uit Antwerpen en opgedragen aan Johan Ad- riaan van de Perre, bevat geheel nieuw-gecomponeerde muziek. Het betreft hier een interessant voorbeeld van de achttiende- eeuwse Nederlandse liedstijl naar het voorbeeld van de Italiaanse aria. In 1806 verscheen bij boekhandel Van Benthem te Middelburg een tweede handreiking op dit ge bied: nieuwe evangelische gezangen, voot het Orgel, met bassen gesteld op de G en F Sleutel, in ge schikte Grondtoonen volgens de geivoone Kerk zang, door w. lootens, Organist van de Nieuwe Kerk,. Een geheel ander vocaal werk van Lootens werd in 1780 uitgevoerd, namelijk de reeds ver melde lijkoratie. De volledige titel hiervan luidt: Cboraal in iv Stemmen,/ Gecomponeerd dooi den Organist W: Lootens; bij Gelegenheid der Lijk-Oratie op de Heer Professor J: Willemsen,/ Gezongen in de Nieuw-Kerk binnen middelburg. den 17 Meij 1780. De theoloog Jacobus Willem sen (1698-1780) had zich na zijn studie in Utrecht in zijn geboortestad gevestigd, waar hij zich on der meer te zamen met Lootens inzette voor ver betering van het Psalmgezang. Hij was in Middel burg werkzaam als hervormd predikant en hoogleraar in de Godgeleerdheid aan de Illustre School met als leeropdracht kerkgeschiedenis. Theologisch gezien was hij een leerling en navol ger van Friedrich Aclolph Lampe (1683-1729). En kele dagen na zijn dood werd hij bij zijn beide echtgenotes in de Oostkerk begraven". Een lijko ratie van dergelijke allure was niet eerder voorge komen; men vond dat de 'Doorluchtige school' met een dergelijk indrukwekkend gebeuren in aanzien steeg. Naast deze vocale werken componeerde Lootens Trois Quattors pour Orgue ou clavecin avec viole, alte et bassewaarschijnlijk verschenen in 1774, waarvan tot nu toe geen exemplaar is herondekt. Wel overgeleverd zijn de Six Divertiments for the Piano Foile, uitgegeven door Broderip Wilk inson te Londen. De opbouw is als volgt: I in A: Caprico - March (Maestoso) Menuetto/Trio/Menuetto Da Capo II in F: March (Maestoso) - Menuet/Trio/Menuet D.C. Andantino con Variazione

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1996 | | pagina 37