82 OCHS EN OAKE:- Wie ZEE +t<r-ot) i "WltfT -DS HtVJ 'II Ailx 2: Hendrik Wiliem van Loon tekende dit scheepje in het gastenboek, kerstmis 1917. Samen met Lucy van Dam van Isselt lunchte hij in De Struys. Gemeentearchief Veere. naam in het gastenboek, soms vergezeld van het woordje 'Oxo', kennelijk bedoeld als een soort troetelnaam. Behalve familieleden en bevriende kunstenaars ontvangt Albert Ochs nogal wat notabelen uit de streek: de burgemeesters van Veere en Domburg - Buys Ballot en Van Voorthuysen - zijn bij voor beeld steeds terugkerende gasten. Ook komt er tijdens de beginjaren in Veere soms al een groter gezelschap, zoals in 1903 een groep van 21 men sen van de 'École industrielle de Gosselies' uit België; we kunnen dan ook aannemen dat Ochs reeds spoedig een verzameling kunstwerken in Veere in bezit had. In 1906 vinden we de handte keningen van de schilder Theo van Rysselberghe en de Engelse romanschrijver en toneelcriticus Arnold Bennett en in 1908 komt de schilder Entile Bernard over uit Parijs. In de beginjaren bezoeken trouwens veel 'groten der aarde' De Struys: W.B. Tholen van de Akademie voor Beel dende Kunsten uit Den Haag, zijn leerling Paul Arntzenius, meerdere leden van de familie Vaar- zon Morel en Lucy van Dam van Isselt. De veel zijdige kunstenares Louise Elisabeth Beijerman - ze heeft onder andere les gegeven aan de Zeeuw Dirk Jan Koets - is met een portret in het gasten boek vereeuwigd. Ochs had kennelijk een goede neus voor het aantrekken van interessante per soonlijkheden! Echt druk wordt het in De Struys gedurende de Eerste Wereldoorlog. Albert Ochs neemt in 1916 zijn zomerhuis als vaste woonplaats in gebruik. Er bevinden zich veel Belgische vluchtelingen in Nederland en door de oorlog zijn Nederlanders gedwongen meer in eigen land te blijven. De Belg Walter Vaes en de Franse schilder Henri Le Fauconnier genieten beide gastvrijheid in De Struys. De bekende Nederlandse Amerikaan Hendrik Willem van Loon, die van 1927 tot 1932 in Veere woonde, was kennelijk al voor die tijd bevriend met Albert Ochs, want in 1917 staat hij in het gas tenboek vermeld: samen met Lucy van Dam van Isselt luncht hij met kerstmis in De Struys. Ook Harry van Tussenbroek, leraar aan de toneel school te Amsterdam en later bekend geworden als marionettenmaker - hij behaalde in 1937 op de Wereldtentoonstelling te Parijs zelfs de Grand Prix - bezocht in 1916 De Struys. Ochs moet de kinderen uit Veere een warm hart toegedragen hebben. In 1917 vinden we in september en in oktober een 'children's party', de eerste van Debora Janse, de tweede van Johanna Poppe. Er werden trouwens ook regelmatig wed strijden georganiseerd voor de bevolking: zeil wedstrijden, wedstrijden in het hebben van de mooiste baby of in het versieren van fietsen. Vol gens de verhalen ging niemand zonder prijs naar huis! Na het overlijden van Albert Ochs te Barbizon in 1921 bleven de mensen komen, nu bij zijn dochter Alma, die het werk van haar vader voort zet. Ze is in 1919 uil Engeland overgekomen om hem te assisteren. Hoewel haar officiële achter naam Ochs blijft, is zij zich uit ergernis over haar Duitse naam Alma Frances Oakes gaan noemen. Alma is een hartstochtelijk verzamelaarster: vooral klederdrachten en scheepsmodellen heb ben haar aandacht. De collectie groeit zo snel, dat de Staat der Nederlanden in 1921 toestem ming geeft ook het buurhuis - Het Lammetje - als tentoonstellingsruimte te gebruiken3. In 1924 bezoeken de Engelse etsers Malcolm Osborne en Arthur John Trevor Briscoe De Struys. Andere bekende gasten uit die latere ja ren: Anton Pieck, de componist Alex Voormolen, de schilders Louis Heymans, Dirk van Gelder, J E. ten Klooster, Roline Wichers Wierdsma, Dirk Jan Koets, Claire Bonebakker en Jan Heyse. Ook de handtekeningen van de schrijfsters Emmy van Lokhorst en Annie Salomons komen we tegen, en verschillende malen die van onze conferencier- dichter Clinge Doorenbos. Albert Ochs verloor in de Eerste Wereldoorlog een groot gedeelte van zijn vermogen. Hij leefde in zijn Veerse jaren onder andere van het hande len in schilderijen. In de jaren 1916/1917 kocht hij bij voorbeeld 63 etsen en 14 schilderijen van Walter Vaes'. Volgens de letterkundige P.H. Ritter jr. wordt hij daardoor nogal eens beschouwd als een pure zakenman. Maar, schrijft Ritter, mag het? 'Is het verboden, indien men een pracht van schilderijen bezit, in die schilderijen handel te drijven? Een waarlijk beschaafde wijze van onder-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1996 | | pagina 4