86
OCHS F.N OAKES
All7: Albert Ochs in zijn woning De Struys. Gemeentearchief Veere.
Afb. 6: Skelet van een dodo, afgebeeld in National
Geographic Magazine1956.
had gepubliceerd, werd er naar hem geluisterd.
Het Mauritshuis kreeg in 1939 een bomvrije kel
der en bij het Kröller-Müller-Museum kwam een
ondergrondse kluis op het nippertje klaar vóór de
oorlog in mei 1940 begon. Dat de Nederlandse
musea aan het begin van de oorlog zo driftig be
zig waren hun kunstschatten weg te stoppen was
niet alleen uit angst voor schade. Het was ook
een poging om roof door de Duitsers te voorko
men: wat goed opgeborgen was hoefde de vijand
niet naar Duitsland te transporteren. De Duitsers
waren zo zeker van de overwinning dat ze lieten
weten dat de werken bij gelegenheid wel eens
zouden worden opgehaald. De musea hadden
het publiek niet veel bijzonders meer te bieden;
toch bleven de meeste tot het najaar 1944 open.
De NSB en het Departement van Volksvoorlich
ting en Kunsten (DVK) eisten propagandatentoon-
stellingen. Eind 1942 moest het Departement van
Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming
DO WC) ermee instemmen dat voor alle exposities
toestemming van het DVK gegeven moest wor
den. Vanaf 1942 was er dus geen vrijheid van ten
toonstellingen; bovendien kwam het bevel alle
kunst die door joden was gemaakt of waar joden
op waren afgebeeld, te verwijderen. Het gemod
der in de musea, waar de ene deprimerende ten
toonstelling volgde op de andere, duurde tot het
najaar van 1944; daarna sloten de meeste hun
deuren tot na de bevrijding.