ochs en oakes 87 In 1946 inventariseerde het ministerie van okw de schade die de oorlog aan de musea had toe gebracht. Behalve grote schade waren er ook winstposten. Vanaf 1939 waren veel musea over stelpt met collecties die particulieren in bewaring gaven of schonken. Veel van deze schenkingen waren natuurlijk van joodse families of instellin gen. De joodse bezittingen waren wel door de vijand geconfisqueerd, maar in de praktijk waren veel van die schenkingen of bruiklenen uit veilig heidsoverwegingen niet geregistreerd. Hoeveel van deze kunstschatten in de musea zijn achter gebleven is mij niet bekend. Wat gebeurde er in de oorlogsjaren met bet mu seum te Vee re? In Veere was het museum - nu bekend onder de naam De Schotse Huizen - gedurende de hele oorlog gesloten. Alma Oakes verliet in augustus 1939 Nederland, daar zij als Engels onderdane vóór het uitbreken van de strijd in haar vaderland wilde zijn. Net op tijd, want 3 september 1939 verklaarden Groot-Brittannië en Frankrijk de oor log aan Duitsland. Tussen september 1939 en het uitbreken van de oorlog in Nederland in mei 1940 zijn een vijf tiental briefjes van Alma Oakes bewaard, door haar uit Engeland verzonden aan haar vrienden Eric en Bep Smit in Veere". Ze heeft kennelijk in grote haast Veere verlaten, want er zijn alleen uit de maand september al vijf brieven over allerlei zaken die ze best zelf had kunnen regelen als haar vertrek tijdig gepland was. Zo vraagt ze, nog maar net vertrokken, of Bep wat juwelen voor haar in veiligheid wil brengen en recepten voor medicijnen uit haar bureau wil opsturen. De familie Smit heeft de sleutel van haar huis. Alma heeft al haar hoop en vertrouwen op hen gevestigd en verzoekt Eric Smit als haar zaak waarnemer op te treden. De heer Smit schrijft 2 juli 1940 aan dr. J. Kalf, inspecteur van de Kunst bescherming te Den Haag, dat Alma behalve en kele instructies voor de dienstbode nogal wat on betaalde rekeningen heeft achtergelaten. Daarom heeft Smit haar in februari van dat jaar bericht ge stuurd dat hij een geschikte huurder wist voor haar huis, en als Alma akkoord zou gaan, zouden de schulden van die huur kunnen worden be taald. Alma vond het uitstekend, maar door het uitbreken van de oorlog is de huurder, een mari neofficier, niet komen opdagen. Nu heeft Smit ook nog gehoord dat hij als bewindvoerder ver plicht is Alma's bezittingen ter liquidatie aan de Duitsers aan te bieden, daar zij onderdane is van een vijandige staat. Smit vraagt dringend om hulp of raad. Dr. Kalf antwoordt dat het alleen ver plicht is de Duitsers mede te delen dat Alma Frances Oakes een huis met inhoud bezit in Veere, en dat Smit bewindvoerder is. Mocht er gevaar dreigen, bij voorbeeld schuldeisers die be slag op het huis willen laten leggen, dan wil Kalf graag zo spoedig mogelijk gewaarschuwd wor den; hij zal proberen in zo'n geval hulp te bie den. Bovendien schrijft Kalf aan de secretaris-ge neraal, waarnemend Hoofd van het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, dat de heer A.L. Ochs en zijn dochter Alma op 5 fe bruari 1921 een contract met de Staat der Neder landen hebben gesloten waarin is bepaald dat de Staat de eerste keus heeft als Alma - die dan al eigenaresse is - haar huis wil verkopen, mits cle koop binnen één maand rond is. Dat contract gold voor drie jaar, is sedertdien stilzwijgend ver lengd en ook nu nog geldig. Op dezelfde dag heeft de Staat erin toegestemd dat de familie Ochs Het Lammetje, dat door Victor de Stuers in 1907 aan de Staat der Ne derlanden is geschonken, mag gebruiken als tentoonstellingsruimte. Vervolgens heeft Alma 2 november 1939 vanuit Engeland aan Kalf ge schreven: 'I am staying with one of the executors and I am making a simple will by which the house "De Struis" and its most valuable contents are left to the Dutch Government. My only re quest is that my collection of local costume which I believe is of some value and I know is of great interest may either be left in the house or placed somewhere where it can be appreciated by the public'. Kalf schrijft dit aan de secretaris generaal omdat hij hoopt dat de geadresseerde kan bewerkstelligen dat de Duitsers horen dat de Nederlandse regering zeer geïnteresseerd is in de ongerepte instandhouding van De Struys. Boven dien vindt hij het belangrijk dat de heer Smit, die in Veere woont, officieel bewindvoerder is van Alma Oakes. Misschien kan de regering de on derhoudskosten voor de duur van het bewind dragen. Smit schrijft op 5 juli, een dag nadat hij de brief van Kalf aan de 'Deutsche Revisions und Treu- hand' heeft ontvangen, dat hij Alma's schulden niet kan betalen omdat de verhuur van De Struys niet is doorgegaan; ook hij brengt het contract van 5 februari 1921 onder de aandacht. Gehakke tak volgt, en het komt erop neer dat Smit alleen kleine schulden mag betalen en verantwoording af moet leggen van wat hij precies uitgeeft. Op 15 november en 1 december 1940 stuurt Smit nog twee brieven aan de 'Deutsche Revi sions und Treuhand': de sleutel van De Struys is gevorderd, de Ortskommandant van Middelburg wil Alma's meubels weg laten halen en de heer W. Münzer, vertegenwoordiger van de rijkscom missaris in Zeeland, heeft zich laten rondleiden in De Struys en wil binnenkort het huis voor één van zijn diensten gaan gebruiken. De heer Smit wil wel eens weten of het huis gehuurd wordt of zonder betaling gevorderd. Ook over zijn positie

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1996 | | pagina 9