I XOTEN IN ZEELAND 129 Afb. 1: Een paar nijlganzen met jongen op het spaarbekken Beerenplaat bij Oud-Bijerlancl. Foto: Rob Strucker, Maasdam. ceerde voorouders, die tientallen jaren geleden werden losgelaten. Bovendien komen 's winters ook volledig wilde knobbelzwanen in Nederland voor. Van nogal wat soorten verschijnen - vooral in de trektijd - individuele exemplaren in het Zeeuwse, waarvan moeilijk te achterhalen valt of ze al dan niet van geheel wilde herkomst zijn. Vaak gaat het om veel gehouden park- of volière vogels uit Zuid-Europa (bij voorbeeld de zwart kopgors) of Noord-Amerika (bij voorbeeld de blauwvleugeltaling), die hier in principe als dwaalgast terecht zouden kunnen komen. Met name voor de echte 'soortenjagers', die alleen on verdachte wilde vogels op htm jaarlijsten mogen meetellen, is dit een lastig probleem In het volgende wordt de komst van twee in het oog springende exoten, te weten flamingo en nijlgans, wat nader bekeken. Flamingo Flamingo's zijn grote, opvallende watervogels die van nature in tropische en subtropische streken voorkomen. Flet zijn karakteristieke vogels van grote, open wateren. Het voedsel van flamingo's bestaat uit zeer kleine organismen zoals kreeftjes, kleine weekdieren, algen en wieren, die uit het water worden gezeefd. De typische snavel en de dikke, beweeglijke tong dienen daarbij als 'fil- treerapparaat'. Slokdarm en keelgat van flamin go's zijn klein en weinig rekbaar en laten der halve geen grotere prooien toe. Snavel en tong zijn bij elke flamingosoort net even anders van formaat, waardoor elk 'type' zijn eigen voedsel- voorkeur kent. Wat de flamingo's gemeen heb ben, is het voorkomen in brakke tot sterk zoute wateren, een habitat waar veel andere dieren zich niet zo thuis voelen en die vaak niet erg rijk is aan grote prooidieren - hetgeen voor de fla mingo's dus geen probleem is. Flamingo's broeden veelal in grote kolonies op moeilijk bereikbare en door andere dieren liefst vermeden plaatsen met bij voorbeeld vulkanische of zwavelhoudende bodems. Ervaring uit dieren tuinen leert dat veel flamingosoorten zich makke lijk aanpassen aan ander voedsel en aan gevan genschap. Ook is het gelukt om bastaarden tussen de verschillende ondersoorten te fokken (met name van Chileense, Caraïbische en Euro pese flamingo). Over de precieze verdeling in soorten of ondersoorten zijn de wetenschappers het niet eens; in dit verhaal wordt verder steeds van 'soorten' gesproken. De Zeeuwse flamingo 's In Zeeland zijn de volgende soorten waargeno men: de Europese, Caraïbische en Chileense fla mingo en de Afrikaanse kleine flamingo. Bij het gros van de gedane waarnemingen werd enkel gemeld dat er 'flamingo's' waren gezien. Pas de laatste jaren worden de vogels ook geregeld op soort gedetermineerd. De Europese flamingo komt van origine voor in grote wetlands in Zuid-Europa (Camargue, Ebro-delta, Coto de Donana), Noord-Afrika en oostelijk tot in Midden-Azië. Het is de enige fla mingo waarvan redelijkerwijs ook volstrekt wilde

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1996 | | pagina 11