130 EXOTEN IN ZEF.I.A I) A tlx 2: Jongen van een brai .1- gans, inei 1994. Foto: P. M i- ninger. exemplaren Nederland zouden kunnen bereiken. Bewijzen daarvoor ontbreken echter. De Euro pese flamingo is te herkennen aan de lange dunne hals en de lange, donkerroze poten, het overwegend lichtroze verenkleed en de donker roze snavel met zwarte punt. Europese flamingo's mogen tegenwoordig niet meer verhandeld wor den en in dierentuinen worden ze slechts zelden gehouden. De Chileense flamingo broedt bij brakke en zoute bergmeren in Zuid-Amerika, vooral in Chili en Argentinië. Vergeleken met de Europese fla mingo is deze soort meer rood-roze getint en heeft hij een korter postuur met dikkere hals en kortere poten. Opvallend zijn de rode hielen en zwemvliezen op de verder grijsgroen gekleurde poten. De snavel is crème-wit met een zwarte punt en de vleugels zijn opvallend rood ge kleurd. Chileense flamingo's zijn de meest gehou den flamingo-soort in dierentuinen, wildparken en dergelijke. Ze worden ook geregeld verhan deld. De Caraïbische flamingo broedt op een aantal Midden-Amerikaanse eilanden en lijkt sterk op de Europese soort, maar heeft een meer oranjerood lichaam, lichtroze poten met donkerroze hielge- wrichten en zwemvliezen en een bleek oranje rode snavel met een grote zwarte punt. De soort wordt in gering aantal gehouden in dierentuinen en dergelijke. Alleen met in gevangenschap ge boren vogels mag - officieel - nog gehandeld worden. De Afrikaanse kleine flamingo broedt vooral in grote zoutmeren in oostelijk en zuidelijk Afrika. Deze soort is duidelijk kleiner dan de voorgaande drie, heeft een rood-roze lichaam met helderrode poten en een donkerrode snavel met kleine zwarte punt. Van alle flamingo's heeft deze soort het fijnste filterapparaat, dat zelfs eencellige kiezel wieren en blauwwieren kan vasthouden, it s waartoe de grote flamingo's niet in staat zij Kleine flamingo's worden geregeld gehouden i dierentuinen, wildparken en particuliere collectie De oudst bekende waarneming van 'wilde' fl - mingo's in de delta stamt uit 1958, toen rond c Hompelvoet in de Grevelingen geregeld enkel waarschijnlijk Europese, flamingo's gezien we - den. De eerste waarneming van een groep Cl - leense flamingo's dateert van 21 augustus 197 toen dertien exemplaren in het Verdronken Lan 1 van Saeftinghe vertoefden. Vanaf het midden van de jaren zeventig na i het aantal waargenomen flamingo's duidelijk t< tot een aantal van circa 25 tot 35 exemplaren d het hele jaar door in de Delta aanwezig ware Het gros van de vogels betrof Chilenen. daarnaa werden nu en dan Europese flamingo's gezie; Begin jaren tachtig ging het om in totaal 30 tot exemplaren, en sindsdien lijken de aantallen ni veel meer toe te nemen. De Chilenen zijn no steeds de belangrijkste soort, maar ook de ander drie soorten worden geregeld opgemerkt. De beste plekken om flamingo's te zien zijn cl Grevelingen (vooral omgeving Hompelvoe. Scharendijke en Bommenede), het Dijkwater, he Krammer-Volkerak (vanaf de Philipsdam), d Flaauwers- en Weevers-inlaag langs de Oostei - schelde en het Zoommeer/Markiezaat (vanaf c Molenplaat). Daarnaast worden regelmatig enkt - lingen of kleine groepjes gezien in diverse Delt - wateren, zoals het Veerse Meer en de Braakma Sinds het begin van de jaren negentig lijken c vogels het Krammer-Volkerak te verkiezen bove t de Grevelingen en de Oosterschelde en omg- - ving. Blijkbaar is de voedselsituatie in het sta; - nant-zoete Volkerakmeer toch beter dan in c stagnant-zoute Grevelingen. De rijke onderwate - vegetatie met soorten als schedefonteinkruii

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1996 | | pagina 12