134 exoten in zeelat i) Het eerste argument gaat zeker op voor de rosse stekelstaarteend, een uit Amerika afkom stige soort die in Engeland al aardig talrijk is en Nederland net ontdekt heeft. De verwilderde Eu ropese broedvogels trekken 's winters naar Spanje en blijken daar te bastaarderen met de witkopeend, een zeldzame mediterrane soort die ternauwernood van de ondergang gered is. Bij een verdere toename van de rosse stekelstaarten valt het alsnog verdwijnen van de witkopeend te vrezen, reden voor natuurbeschermingsorganisa ties om die rosse stekelstaarten te bestrijden. Het tweede argument zou op kunnen gaan voor de verwilderde brandganzen, die sinds en kele jaren in de Delta broeden (met name in het Markiezaat, maar ook op diverse plaatsen in Zee land). Tot voor kort was deze soort alleen in Zee land bekend als overwinteraar uit arctische stre ken. Sinds circa 1990 is een uit ontsnapte dan wel verwilderde exemplaren ontstane broedpo- pulatie aan het ontstaan, vooral in het Markiezaat (al tientallen paren), maar ook elders in Zeeuwse duinen, kreken en schorren. Tot nu toe hebben deze vogels geen schade aan landbouw of ove rige natuurwaarden aangericht, maar een verdere uitbouw van de broeclpopulatie mag niet ten koste gaan van het draagvlak voor de 'echte' wilde brand- en andere ganzen. Dat bovengenoemde criteria voor de flamingo's niet opgaan, staat buiten kijf. Voor de nijlgans ligt dat anders, al heeft tot nu toe alleen de populatie bij de Middelplaten (Veerse Meer) enige land- bouwschade aangericht. Nijlgans en rosse stekel staarteend mogen in Nederland bejaagd worden op grond van de mogelijke economische schade en de schade aan de natuur die deze vogels zou den kunnen aanbrengen. Exoten, typisch onderdeel van moderne Delta-na tuur? De komst van exoten krijgt in de Delta nog een extra spannend tintje, omdat deze samenvalt met de enorme veranderingen in veel natuurgebieden ten gevolge van de uitvoering van de Deltawer ken. De vogels komen binnen op een moment dat compleet nieuwe ecosystemen worden opge bouwd, en wie daar toevallig goed in mee kan komen (flamingo?, nijlgans?) lijkt voor langere tijd wel goed te zitten in gebieden als Grevelingen, Veerse Meer en Krammer-Volkerak! In dit ver band is het aardig om te wijzen op de ideeën van sommige natuurontwikkelings-theoretici als I.S. Zonneveld, die een onderscheid maken tussen traditionele natuur en nieuwe (wilclernis)-natuur. Met name in die laatste categorie zou plaats zijn voor exoten. Uitgaande van deze redenering rijst de interessante vraag, tot welk natuurtype we t e afgesloten Deltawateren moeten rekenen De komst van exoten kan gezien worden s een onvermijdelijke uitwas van de mondialis - ring, waar we ook op andere fronten (denk a; a de cola-en-hamburger-cultuur) mee te makt n hebben. Dat laat overigens onverlet dat elke po ging om exoten met opzet in de natuur te intro duceren dient te worden afgewezen. Als de v< >- gels zich eenmaal gevestigd hebben - en de kai s dat we daar in de toekomst mee geconfronteerd blijven is groot - is het echter cle vraag, of ze te n allen tijde 'uitgeroeid' dienen te worden. De co - sequentie daarvan zou zijn, dat ook die flami - go's eruit moeten, en wie durft dat aan? Nee, c e beste houding ten aanzien van exoten lijkt: pr< - beer te voorkomen, en als dat niet lukt: van ge\ il tot geval bekijken hoe er het best mee om e gaan. Literatuur Anonymus 'Gestolen flamingo's in verlaten bestelwage In: Mensen Vogel33 (1995) 1 58-61. Buise, M.A., F.L.L. Tombeur. Vogels tussen Zwin en Sa.f- tinghe. Middelburg 1988. Cramp, S., K.E.L. Simmons (eds.). Handbook of the Birds of Europe, the Middle East and North Africa. Vol 1: Ostrich to Ducks. Oxford 19.. Van Dam, E. en R. Noordhuis. Vogeltellingen in bet Volk.e- rak-Zoommeer in 1993Lelystad 1994 (riza, werkdocume it 94.127X). Gibbons, D.W., J.B. Reid en R.A. Chapman (eds.). The A, w Alias of Breeding Birds in Britain and Ireland: 1988-19' I. London. Johnson. A.R. en R E. Green. Survival and breeding if Greater Flamingo in the wild after a period of care in ca - tivity'. Wildfowl 41 (1990) 117-121. Koffijberg, K., E. van Winden. 'Midwintertelling 1995'. >- von Nieuws 8 (1995) 4, 11-13. De Kraker, C., P. Derks. Verslag Hompelvoet/Markei je 1995. Middelburg/Burgh-Haamstede 1995- De Nie, H. 'De exoten haat van de natuurbeschermers'. i: Vogels 1993-1. 20-22. Rooth, J. 'De soorten flamingo's en hun verspreiding'. I - geljaar 15 (1967): 304-309. Segers, M. 'Nijlgans'. In: Vlaamse Avifaunacomm. Vogels n Vlaanderen. 1989. Sutherland, W.J. en G. Allport. 'The distribution and ec - logy of naturalized Egyptian Geese in Britain'. In: Bird Study 38 (1991) 128-134. Treep, J.M. 'Zijn flamingo's blijvertjes in de Nederland e wateren?'. In: Vogeljaar 42 (1994) 208-217. Vogelwerkgroep Avifauna West-Nederland. Randstad n Broedvogels. Tilburg 1981. Voous, K.H. 'Flamingo's: wonderlijke voedselspecialiste In: Vogeljaar 15 (1967) 301-303. Zonneveld. I.S. en HJ.P.A. Verkaar. 'Natuurontwikkelir waar?'. In: De Levende Natuur 96 (1995) 134-139. Verder werden de vogelwaarneem-rubrieken in De Stel - luut. De Zeelieven, Het Heelblaadje, Het Zwelmpje en I Duumpje geraadpleegd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1996 | | pagina 16