IR en; 1 VILHELM OTTO REITZ, LIEFHEBBER DER MEET- EN WISKUNDE u \.P. Bui s Levensloop van Wilhelm Otto Reitz n de zestiende eeuw woonde in Giessen, Ópper- dessen, een zekere Cuntz Reitz, die als stamva- er van het geslacht Reitz wordt beschouwd', ijn achterkleinzoon was Johann Heinrich Reitz 1655-1721), predikant in Offenbach, inspector an de kerken in het graafschap Solms en hof- >redikant van de prinses van Nassau-Dietz. We ens zijn vrijzinnige ideeën werd hij gedwongen ijn ambt neer te leggen en hij vestigde zich in iet plaatsje Terborch in het graafschap Zutphen, vaar hij een kostschool begon. Dit instituut .wam in korte tijd tot grote bloei. Johann Heinrichs tweede zoon. Wilhelm Otto, werd in 1702 in Offenbach geboren. Als student ;ing hij naar Utrecht, waar hij zich in de letteren ai de rechten bekwaamde. In 1736 promoveerde Reitz in de rechtswetenschappen. Hij was toen le raar aan het Gymnasium Erasmianum in Rotter dam. In hetzelfde jaar verhuisde hij met zijn gezin naar Middelburg, waar hij conrector van de La- ijnse School werd. In 1742 volgde Reitz daar zijn neef, Frederik Lodewijk Abresch. als rector op. Aan de Illustre School in de Zeeuwse hoofdstad doceerde hij recht. De Illustre School was een in stelling voor hoger onderwijs die voortbouwde op de Latijnse School. Men kon er theologie, recht, medicijnen en geschiedenis studeren. De school bezat geen promotierecht. Reitz was in 1731 getrouwd met Cornelia Ver hoeven, een predikantsdochter uit Aalburg. Het echtpaar kreeg drie zonen en één dochter. Twee zonen vestigden zich in Middelburg, de een als arts, de ander als jurist. In 1766 werd Reitz door zijn zoon aan de Illustre School opgevolgd. In 1768 overleed hij op zesenzestigjarige leeftijd in Middelburg. Het geslacht Reitz voerde een fami liewapen: twee zespuntige sterren van goud en een zilveren lelie in azuur; het helmteken was een zandloper2. Wilhelm Otto Reitz als rector Wilhelm Otto begon zijn onderwijsloopbaan als 'praeceptor' aan het Gymnasium Erasmianum in Rotterdam, dat wil zeggen als leraar van de laag ste klassen. In 1736 verhuisde hij naar Middel burg, waar hij ging wonen in de Lombardstraat, niet ver van de Latijnse School waarvan hij weldra rector werd. De school telde vijf jaarklas sen, die door drie docenten werden bediend. Reitz onderwees alleen de hoogste klassen en had 'opzicht' over de schoolHij ontving 'zyne bevelen' van zeven curatoren: vier leden van het stadsbestuur en drie plaatselijke predikanten. De samenwerking tussen rector en curatoren verliep lang niet vlekkeloos. Voegler, die de geschiedenis van de Latijnse School te boek stelde, karakteri seerde Reitz als een man 'die een zeer levendig bewustzijn heeft van eigen voortreffelijkheid', maar, zo vervolgt hij, 'er valt ook niet aan te twij felen, dat Reitz niettegenstaande zyne ijdelheid een overigens goed rector was'. Reitz was zeer bedreven in het maken van Latijnse verzen, wat hij dan ook bij iedere bijzondere gebeurtenis deed. De Middelburgse rector behoorde tot de vrien denkring van Jan de Munck, de stadsarchitect die als astronoom landelijke bekendheid genoot en assisteerde hem bij zijn waarnemingen in het ob- Af. 1: Wapen van de familie Reitz. Uit: J.B. Rietstap, Amo- rialgeneral. Londen 1965. il 'P

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1996 | | pagina 17