g i n ootschaps'verzameling en
151
Afb. 5: Plattegrond van Middel-
borg, gemaakt door Cornelis
Goliath (1656-1657, bijgewerkt
door A. van Meyren). Het Mo
lenwater ligt nu binnen de
in 1595-1598 aangelegde stads
wallen. raz zg zi 1 311.
iafgebroken en het aflopende water alleen kan
c.ienen voor schuring van de haven. De laatste ja-
1 ;n was echter duidelijk geworden dat het slib uit
de haven, evenals het vuil uit het spuikanaal, niet
verder dan tot het eincle van de Rotterdamse
Kade wordt afgevoerd. Aangezien het opge-
1 oopte vuil een behoorlijke stank verspreidt,
t 'ordt er nauwelijks meer gespuid. Voor de af
voer van de afvalstoffen uit de aangrenzende
oonhuizen, die thans in het spuikanaal af
vloeien, zal een rioleringssysteem worden aange-
legd.
De resterende specie uit het scheepsdok, aan
gevuld met de jaarlijks uit de grachten en de
s iheepszaten komende bagger, zal worden ge-
I ruikt om het Molenwater vanaf de Koepoort-
raat te dempen. De werkzaamheden, die in
twee a drie jaar moeten worden uitgevoerd, zijn
p 16.000 begroot. Demping betekent, behalve
geldelijk voordeel, dat een 'algemeen voor de ge
zondheid der ingezetenen als hoogst nadeelig be-
f chouwde vereenlgingsbak van allerlei onreine
stoffen, welke bij de minste roering eenen ver
pestenden stank verspreiden' zal verdwijnen"1.
Daarnaast is er de aanwinst van grond: in het
spuikanaal, waar de grond in erfpacht kan wor-
cen uitgegeven, en in het Molenwater, waar de
grond 'tot versiering der gemeente strekken zal'.
Het uitbaggeren van het scheepsdok en de
demping van het spuikanaal, waarmee in 1862
een begin wordt gemaakt, komen in 1864 gereed,
in het Molenwater is eveneens een grote hoe-
eelheid slik gestort. Een tegenvaller bij de werk
zaamheden is dat in het zuidelijke deel van het
Molenwater tussen de Koepoortstraat en de Bleek
een suatieriool gelegd moet worden waar in het
bestek en bij de aanbesteding geen rekening mee
is gehouden. Zolang de financiën het toelaten,
zal het aanvoeren van in de stad uitgebaggerde
grond voor het dempen doorgaan. De gemeente
heeft zelfs de intentie om de Herengracht tot de
Volderijlaagte te dempen. In 1872 wordt hiervan
afgezien, omdat de hoge kosten van vervoer van
de grond en de noodzakelijke aanleg van een
suatieriool de financiële draagkracht van de stad
te boven gaan. Wel worden in 1872 de laatste
werkzaamheden voor de demping van het Mo
lenwater tot even westelijk van de Noordbrug
aanbesteed. Daarmee is de spuiboezem, waar in
vorige eeuwen grote sommen gelds voor zijn uit
gegeven, allereerst om het bassin te graven en
daarna om het op diepte te houden, verdwenen.
Bebouwing
Nadat het Molenwater bij de stadsuitleg van
1595-1598 binnen de stadsmuren is komen te lig
gen, verrijst er bebouwing, zij het tot de acht
tiende eeuw nog maar weinig. Over de uitgifte
van de gronden zijn bijna geen gegevens be
schikbaar. Wel blijkt uit de Registers ten Rade dat
in 1644 erven gelegen bij de Koepoort verkocht
worden met de verplichting om er binnen vier
jaar huizen met twee etages en Italiaanse gevels
te bouwen. Verder worden in 1667 enige erven