DE AUTEUR VAN RUST-DAGHS VERMAECK 14 W.J. op 't Hof Toen ik in het verleden in het kader van een ander onderzoek de identiteit van de auteur van Beden- ckelicke t'Samen-Spraecke raeckende De gelegentheydt deses Tijts: ende Van de Kennisse Gods ach terhaalde, viel mij de rol op die de publicatie Rust-daghs Vermaeck (1664) zowel in dat pamflet als in het hoofdwerk van de schrijver, De Wonderen des Alderhoogsten, vervidde. Toen rees bij mij direct het vermoeden dat Rust-daghs Vermaeck wel eens van dezelfde hand zou kunnen zijn. Een blik in de pamflettencatalogus van W.P.C. Knuttel leerde mij dat het geschriftje op naam van een pseudoniem staat. Aangezien ik toen niet de beschikking over de tekst had, bleef het bij een opkomende gedachte. Nu ik in een later stadium wel kennis heb kunnen nemen van de inhoud van het betreffende pamflet, wil ik anderen doen delen in het resultaat van mijn speurtocht. Is Rust-daghs Vermaeck ook door de Middel burgse gereformeerde predikant Abraham van de Velde geschreven? In 1664 verscheen - zonder vermelding van uit gever, drukker of plaats van uitgave - het pamflet Rust-daghs Vermaeck.: of Ondersoeck hoe verre een Christen Mensch op des Heeren dagh sijn Playsieren/ ende Genachten mach op volghen. Soo uyt des Heeren Woordt als Synodus Nationael. Daer in Een schriftmatige verklaringe wordt ge- daen over Esai. 58. vs. 13Dienstigh om in desen tijt wel te worden betracht. Het geschriftje is on- gepagineerd, telt 28 bladzijden en staat op naam van Timotheüs Philadelphus. Wie gaat er schuil achter dit pseudoniem? Het feit dat de term 'zondag' in de titel en ook in het werkje zelf vermeden is, wijst erop dat de schrijver moet worden gezocht in de kring van de Nadere Reformatie. Een van de kleine eigen aardigheden van deze beweging was, dat zij zich verzette tegen de term 'zondag' als zijnde van heidense oorsprong. In plaats daarvan spraken de nadere reformatoren van 'sabbat', 'dag des Heeren' of 'rustdag'. Het thema van het pamflet, de heiliging van de sabbat, sluit ook goed aan bij het streven van deze gereformeerde vroomheids beweging. De band met de Nadere Reformatie vindt reeds op de keerzijde van het titelblad bevestiging. Hierop is een citaat afgedrukt waarin op het be lang van het sabbatgebod in het totaal van de Tien Geboden wordt gewezen en waarin wordt gezegd: hoe vromer, des te ijveriger in de onder houding van de sabbat. De passage stamt uit Son- dagh Rust-dagh des Heeren (Leiden 1659), een geschrift van de Leidse professor in de theologie Johannes Hoornbeeck. Deze had eerst aan de Utrechtse universiteit gedoceerd en was een echte leerling van Gisbertus Voetius, dus een man van de Nadere Reformatie. Op het eerste gezicht is de titel van Hoorn- beecks werk in strijd met wat zojuist als kenmerk van deze beweging werd genoemd: in deze titel wordt immers wel het woord 'zondag' gebezigd. Deze tegenstrijdigheid is evenwel snel opgelost. Sondagh Rust-dagh is de Nederlandse vertaling van de oorspronkelijk Latijnse titel Dies Dominica Dies Sabbati. Hierin komt het woord 'zondag niet voor. Dat het in de vertaling wel is gebruikt, is toe te schrijven aan de vertaler, die in ieder ge val niet Hoornbeeck zelf is. Wie dat dan wel is, heb ik niet na kunnen gaan, omdat het enig be kende exemplaar van Sondagh Rust-dagh in een Schotse bibliotheek wordt bewaard. Na het voorgaande kan de vraag die ons in dit artikel bezighoudt, gepreciseerd worden in: welke nadere reformator heeft Rust-daghs Ver maeck aan het papier toevertrouwd? De inhoud van het pamflet is ons enige aanknopingspunt. Inhoud van Rust-daghs Vermaeck Rust-daghs Vermaeck. zet in met de opmerking dat de predikanten nu meer dan ooit reden heb ben om zich te keren tegen de zondige leefwij zen van allerlei mensen. Dezen roepen hiermee de toorn van God op, die zal resulteren in een totale ondergang van de Nederlanden. De auteur laat een zondenlijst volgen die de predikanten van een zekere voorname stad vóór de laatstge houden biddag hebben opgesteld, met de bedoe ling om bij deze gelegenheid de opgesomde on gerechtigheden in de prediking te bestraffen. Onder de tientallen zonden op die lijst worden onder andere genoemd: gruwelijke sabbatschen ding, ongepaste kleding, overdaad in maaltijden, fraude met overheidsgeld, slechte kerkgang op door-de-weekse dagen en 'De Excessen in het lange hair als Vrouwen hair, en wijde Broecken der mannen als vrouwen keursen'. De schrijver spreekt de wens uit dat overal in het land de pre dikanten samenwerken bij het bestraffen en het tegengaan van de heersende zonden. Helaas leert de ervaring dat zij in grote gebreke blijven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1997 | | pagina 16