BOS IN ZEELAND
19
W.H. van der Hoofd
Bos in Zeeland. Dat is geen combinatie van woorden die bij iedereen voor in de mond ligt. Ook bij mij
niet. De eerste gedachten bij Zeeland gaan toch uit naar wijdse vergezichten over polderland en water.
Het zijn maar zelden bossen waar de blik op blijft rusten. Zeeland is cle bosarmsteprovincie in één van
de meest bosarme landen van Europa. Zo verwonderlijk is het dus niet dat de associatie met bos achter
wege blijft. Dat wil niet zeggen dat er helemaal geen bos in Zeeland is, of dat bosaanleg voor Zeeland
niet interessant zou kunnen zijn. Bos immers kan veel verschillende functies vervullen. Daarover en
over een stukje geschiedenis van het bos in Zeeland gaat dit artikel in hoofdzaak.
Geschiedenis
Nederland was zo'n 4 000 jaar geleden, tijdens de
periode die we het Sub-Boreaal noemen, groten
deels met bos bedekt, zowel op de hoger gele
gen zandgronden als op de lage veengronden,
die door een rij van strandwallen van de zee wer
den gescheiden. Sindsdien is het met het bos
achteruit gegaan. Op de hogere gronden deed de
akkerbouwende en veehoudende mens zijn in
trede. Hij ging stukje voor beetje het bos met
steeds betere technieken ontginnen voor de teelt
van gewassen. Het vee werd aanvankelijk in de
bossen geweid, iets waar bossen op den duur
niet tegen kunnen. In het lage deel van Neder
land met de uitgestrekte veenmoerasbossen
drong via riviermondingen en doorbraken in de
strandwallen de zee binnen als gevolg van het rij
zen van de zeespiegel. Het veen verspoelde in de
inbraakgeulen en verder van de geulen vandaan
werd een kleilaag over het resterende veen afge
zet, zoals in de Kapelse en de Yersekse Moer, de
Afb. 1: Duinbeek. Eén
van de weinige buiten
plaatsen die de periode
van verval heeft over
leefd. Foto: Staatsbosbe
heer.
Goese Poel op Zuid-Beveland, het Prunjegebied
op Schouwen, de Poortvlietse Weihoek op Tho-
len, enz. Dit noemen we de oudlandgebieden. In
het Zuidwesten van Nederland ontstond zo een
schorrenlandschap van een uitgestrektheid en
een natuurlijke rijkdom waarvan we ons geen
voorstelling meer kunnen maken. In dit zout ge
worden milieu was door natuurlijke oorzaken
voor bos geen plaats.
In de rest van Nederland ging de ontbossing
door de mens zonder ophouden door. Geleidelijk
aan kon de mens de 'vijandige' omgeving beter
naar zijn hand zetten. Veenmoerasbossen waar de
zee geen invloed op had gekregen werden in de
Middeleeuwen systematisch ontgonnen tot wat
we nu het slagenlandschap van de veenweidege-
bieden noemen. Op de hogere gronden, in het
oosten van Nederland, werd het bos terugge
drongen en werd het patroon steeds meer be
paald door beekdalen met weidegronden, hoger-
gelegen akkers en onafzienbare heidevelden, die
nodig waren voor de schapenteelt, waarmee -