HET SLOT TE STAVENISSE EN DE WILDEMANNEN
32
J.P. Zuurdeeg
In Smalleganges Cronyk van Zeeland uit 1696 is
een gravure opgenomen van het slot te Stave-
nisse. Hierop is in vogelvluchtperspectief het slot
met een deel van het clorp te zien. Het rechthoe
kige slot heeft in de voorgevel negen kruisven-
sters, waarvan het onderste deel met luiken is af
gesloten. Boven de toegangsdeur is een wapen
aangebracht met daarboven nog een versiering
die tot cle verdieping reikt. In het schilddak zijn
aan de voorzijde drie dakkapellen te zien. Op de
hoeken van het dak staan twee vrij hoge schoor
stenen, die bekroond zijn met een windvaan. Het
gebouw staat op een rechthoekig eiland, dat om
geven is door een uit de gracht oprijzende lage
muur met op de hoeken vier torentjes met klok-
vormige daken. Over de gracht ligt kennelijk een
houten brug met daarop een houten toegangs
hek. Voor de brug ligt een ruim, met acht bomen
beplant voorplein, dat aan twee kanten door ge
bouwen wordt begrensd, vermoedelijk een stal-
Afb, 1: Twee wildemannen met wapenschilden sierden
vroeger cle hekposten van helslot te Stavenisse. Het afge
beelde exemplaar stond model voor de replica die de ge
meente Tholen langs het nieuwe wandelpad achter het
slotterrein heeft laten plaatsen.
ling en een koetshuis, met daartussen naar buiten
buigend een ronde muur met in het midden een
houten toegangshek. Op de hekposten staan
twee schilddragencle wildemannen. Buiten de
gracht liggen aan weerszijden van het slot siertui-
nen, terwijl aan de achterzijde vermoedelijk
groente- en bloembedden zijn te zien. De tuinen
waren aan drie zijden door watergangen omge
ven. De brede hoofdwatergang rechts op de
prent heeft echter nooit zo gelopen; deze liep
door de noordoostelijke hoek van de tuin in de
richting van de haven. Wel lag hier een sloot die
in verbinding stond met de slotgracht. Deze is
omstreeks 1954 gedoleerd en gedempt. De
hoofdtoegangsweg naar het slot sloot haaks aan
op de Poststraat, waar een portierswoning stond.
Oorspronkelijk bestond dit gebouw uit een grote
poort met aan weerszijden een woning of wacht
huisje voor den poortwachter.
Het gebouw, dat Luchtenburg heette en in de
wandeling Luxemburg werd genoemd, is eind
1906 afgebroken. Haaks op de hoofdontsluiting
stond de verbinding met het dorp. Beide wegen,
met de namen Bosstraat en Bos, herinneren nog
steeds aan de tuinen van het slot en zijn nog dui
delijk herkenbaar in het stratenpatroon.
Bewoners
De ambachtsheerlijkheid Stavenisse, Kempens-
hofstede en Zuidmoer was in de eerste helft van
de zeventiende eeuw onder meer in het bezit van
het geslacht Tuyll van Serooskercke. Het geslacht
bezat het grootste deel van de heerlijkheid en de
leden noemden zich heren van Stavenisse. Om
streeks 1643 werd Hieronymus van Tuyll van
Serooskercke ambachtsheer. Hij kwam regelmatig
in Stavenisse, onder meer om de magistraat aan
te stellen, die jaarlijks werd vernieuwd.
Hieronymus van Tuyll van Serooskercke werd
op 14 juli l6l5 te Tholen geboren als tweede
zoon van Philibert, burggraaf van Zeeland, rent
meester-generaal van Zeeland Bewestenschelde
en baljuw van Tholen. Zijn moeder was Anna
van Heerjansdam. Hieronymus werd later heer
van Thienhoven, Stavenisse en Sint-Annaland,
was baljuw van Veere en gecommitteerde raad
van Zeeland. Hij huwde in 1642 met Anna Maria
van Lier, die drie jaar later overleed. In 1653
huwde hij opnieuw, nu met de in 1632 in Middel
burg geboren Margaretha Huijssen. Haar vader
was heer van Kattendijke en haar grootvader van