3ENOOTSCHAPSVERZAMELINGEN 33 Afb. 2: Prentbriefkaart van het slotterrein met de wildemannen, ca. .920. i loederszijde was Jan de Knuyt, gevolmachtigde 1 dj de vrede van Munster en heer van Vossemeer an 1587 tot 1654. Als Eerste Edele was de Jan de Knuyt vanaf 1638 vertegenwoordiger van de adel M de Staten van Zeeland. Hieronymus liet het dot te Stavenisse in 1653 bouwen. Dit zal dus verband houden met zijn tweede huwelijk. Het wapen van Margaretha Huyssen is dan ook afge beeld op het bovenste schild van de beide wilde- i tannen die de entree van het slot sierden. Daar over later meer. Op 22 april 1669 overleed Hieronymus kinder loos te Veere. Hij werd begraven in de Neder landse Hervormde kerk te Stavenisse. Zijn praal- raf werd vervaardigd door de bekende I leeldhouwer Rombout Verhulst, die vooral be leend is door zijn vele witmarmeren grafmonu menten en praalgraven. Ook het grafmonument v an Hieronymus is uitgevoerd in wit marmer. Op de tombe ligt een gehouwen figuur in volle wa penuitrusting. In verband met de plaatsing van de raftombe werd de kerk aan de oostzijde uitge- aeid met een aanbouw, waaraan in oktober 1670 rie timmerlieden uit Heusden en omgeving werkten. Ongeveer tegelijk met de aanbouw is de toren aan de westzijde van de kerk gebouwd. Deze kwam in 1672 gereed. Bij de afbraak van de kerk in 1910 heeft men deze aanbouw met het praalgraf en de toren laten staan en in de i ieuwe kerk opgenomen. Margaretha van Huyssen huwde in 1671 te Stavenisse voor de tweede maal, nu met Wilhelm Jbrecht, graaf van Dohna en luitenant-kolonel an de Prins van Oranje. Het huwelijk was van orte duur. De graaf sneuvelde in 1673 bij het be- ■g van Maastricht, dat door de Fransen in het rampjaar 1672 was ingenomen. In 1675 huwde de douairière (adelijke weduwe), eveneens te tavenisse, met Adriaan Gustaf Joost, graaf van Flodroff, generaal-majoor en gouverneur van Zutphen. Zij overleed of te Zutphen of in het huis Dorth op 10 november 1710. Haar nicht, Jeannette Margareta Huyssen, erfde het slot en een deel van de heerlijkheid Stavenisse. Zij was gehuwd met Carel Philips van Flodroff Wartensle- ben, die in 1711 de overige delen van de heerlijk heid Stavenisse kocht. Carel Philips is vermoede lijk maar eenmaal in Stavenisse geweest, en wel in juni 1711, ter gelegenheid van de benoeming van de nieuwe magistraat. Nadien zijn de benoe mingen, vermeld in het resolutieregister van de heerlijkheid, steeds getekend door zaakgelastig den. Verval Het slot zal in de achttiende eeuw in veival zijn geraakt. Cornelis Pronk tekende ca. 1743 't Huys te Stavenisse. Hij laat ons het slot vanuit het zuid oosten zien. De twee hoge schoorstenen op het dak en de dakkapel zijn echter verdwenen. De torentjes in de grachtmuur zijn tot muurhoogte afgebroken. Uit de tekening blijkt ook dat er een stenen brug over de gracht ligt en dat in de zijge vel een viertal kruisvensters met luiken voorko men. De vensters zijn scheef in het muurvlak ge tekend, hetgeen op een verzakking van de gevel kan duiden. In 1753 verkochten Hendrik de Reus, heer en graaf van Plauen, en zijn vrouw Amelie Esperance, gravin van Flodroff, Wartensle- ben enz. enz. en vrouwe van Stavenisse, hun be zittingen in deze omgeving. De verkoop vond plaats in het Dorpsrechthuis aan de Voorstraat te Stavenisse. Het zevende kavel, bestaande uit de heerlijkheid Stavenisse, Zuidmoer en Kempens- hofstede met wat daarbij behoorde, werd ver kocht aan de baljuw en bierbrouwer Antoni de

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1997 | | pagina 43