2
DE SCHELDE
l-'WlfffSjP'*™
Afb. 1: Marinewerf te Vlissingen, later overgenomen door de Schelde. Stedelijk Museum Vlissingen.
tot gekwalificeerd werkman geschoold te wor
den.
Reeds bij de start werd de onderneming met de
huisvestingsproblematiek geconfronteerd. De eer
ste werklieden waren afkomstig van de werf van
A. Smit te Slikkerveer en zij moesten, samen met
enkele anderen, worden gehuisvest. Om aan de
vraag naar huisvesting te voldoen, werden er in
De Prinsentuin tien dubbele arbeiderswoningen
gehuurd. Op het terrein van de werf (zijde Wal-
straat) werden vijftien arbeiders- en bazenwonin-
gen neergezet; kosten: 15.000. In 1882 werd bij
het gemeentebestuur een plan voor de bouw van
91 woningen bij het Arsenaal ingediend. Besloten
werd, in eigen beheer en voor eigen rekening
aan de Bankert- en Evertsenstraat 84 woningen
met één verdieping te bouwen (in de volksmond
de tachtig plagen genoemd). De bouwkosten be
droegen 89-000. De huur van het kleinste type
bedroeg 1,50, later 2. Voor een woning met
bijkeuken gold een prijs van 2,50. De huur
werd ingehouden op het loon. De totale huurop
brengst op jaarbasis bedroeg in 1884 en volgende
jaren 6270 en werd in de boekhouding op de
grootboekrekening huur gebouwen en erven ge
boekt. De woningen stonden als luxueus bekend.
Eenenzeventig woningen werden zonder bijkeu
ken en dertien woningen met bijkeuken ge
bouwd. Reden van deze bouwactiviteit was on
der meer, te voldoen aan de belangrijkste voor
waarden voor een zindelijk en gezond leven. De
erfpachtgronden waarop deze woningen werden
gebouwd kwamen in 1883 voor een bedrag van
5.326,40 in eigendom van De Schelde. In 1887
besloot de directie met het oog op betere leefom
standigheden deze woningen op het waterlei
dingnet aan te sluiten. De kosten hiervan bedroe
gen 989,67. Reeds in 1882 had het bedrijf
5000 beschikbaar gesteld voor de aanleg van
een duinwaterleiding die Vlissingen van zuiver
drinkwater moest voorzien.
Sociale outillage als bindmiddel
Ondanks bovengenoemde voorzieningen werd
het beleid van De Schelde steeds paternalistischer
en autocratischer. Bovendien trachtte de leiding
de sociale controle en de individuele zelfcontrole
van haar werknemers op te voeren.
De nadruk kwam te liggen op het een door
Tönnies omschreven begrip 'Gemeinschaft', wat
tot uitdrukking kwam in wijzigingen in het Zie
ken- en ondersteuningsfonds, het instellen van
ëen spaarkas, het scholingsaanbod, het uitbetalen
van gratificaties bij jubilea, het werken aan het