GENOOTSCHAPSVERZAMELINGEN EEN VERLATEN DORP EN EEN VERDRONKEN KERK AAN DE NIEUWKERCKSCHE KREEK Ellen Vreenegoor 26 In januari 1995 werd in het kader van de administratieve ruilverkaveling Groede-Breskens een begin gemaakt met de aanleg van naWurvriendelijke oevers rondom de Nieuwerkerksche Kreek in Zeeland Czie afbeelding 1). In februari 1995 werden aan de rand van de kreek funderingsresten van een kerk en menselijke begravingen gevonden. Archeologisch onderzoek Eind 1994 werden door amateur-archeologen aar dewerk en botten gevonden aan de zuidzijde van de Nieuwkerckschekreek'. Archiefonderzoek wees uit dat op deze plaats het dorp Nieukercke had gelegen, dat tussen 1583 en 1600 verlaten werd (zie afbeelding 2)2. Bij de aanleg van na tuurvriendelijke oevers stuitten de aannemer en de landinrichtingsdienst op funderingen. Het Pro vinciaal Depot voor Bodemvondsten (pdb) en de provinciaal archeoloog van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (rob), die na de melding van de amateur-archeologen al een oogje in het zeil hielden, rukten uit naar de gemeente Oostburg voor een kleinschalig archeo logisch noodonderzoek. Met behulp van aanne mer, landinrichtingsdienst en amateur-archeolo gen3 werden de fundamenten van een kerk blootgelegd. De kerk stond op een kreekrug die in de lengterichting van de kreek liep, met de to ren in het westen en het koor in het oosten. De kerktoren was half scheef gezakt in de richting van de kreek (zie afbeelding 3). De afmetingen konden nog worden vastgesteld en bedroegen f 1 x f 1 m. De toren was gemaakt van rode baksteen van het formaat 24 x 11 x 6 cm. Naar het oosten toe lagen funderingen die bestonden uit aanzet ten van spaarbogen en poeren, gevolgd door de resten van het koor. Alleen bij het koor werden resten van veen of restant van een veenpakket aangetroffen, dat ter plaatse van de fundering door klei was vervangen. De oriëntatie van de funderingen en de gebruikte steensoorten laten zien dat we hier te maken hebben met een fase ring in de kerkbouw (zie afbeelding 4). Vermoe delijk werd in eerste instantie een kleine kerk of kapel met een rechthoekig gesloten koor ge bouwd. In een volgende fase werd de kapel omgebouwd tot een kerk met schip en twee zij kapellen, een toren en vermoedelijk een meer hoekig gesloten koor. Voor de aanleg van de zij kapellen werd het schip uitgebroken. Door een latere verstoring bleek het niet mogelijk de beëin diging van het jongere koor te bepalen. De maxi male lengte van de kerk bedroeg ooit 45,25 me ter. Schip en koor zijn samen 34,25 meter lang. De grootste breedte van het schip, inclusief de Afb. 1: Topografische kaart van West-Zeeuws- Vlaanderen naar KJ.J. Brand.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1997 | | pagina 36