48
NEHALENNl
Afb. 7: Deae Nehala/enniae met 'halve
H' in de inscriptie van het altaar dn nr
33. Rijksmuseum het Catharijnecon-
vent te Utrecht (bruikleen van hei
umo).
ongewoon. Over de tweede, Averinius Secundus,
valt alleen te zeggen dat zijn familienaam, Averi
nius dus, nog nooit eerder in een inscriptie is ge
signaleerd. De familienaam van de eerste, Suma-
ronius, is bijna even uniek. Die is nog pas één
keer aangetroffen, en wel te Domburg! Het be
treft niet een en dezelfde persoon, want de Dom-
burgse dedicant18 heeft het cognomen Primanus,
in tegenstelling tot de bijnaam Vitalis van de pas
ontdekte Sumaronius. Het moeten echter wel, ge
zien de uiterste zeldzaamheid van de naam Su
maronius, familieleden van elkaar zijn geweest1".
Sumaronius Vitalis is nog om een andere reden
interessant: hij is de eerste militair die wij van een
Nehalennia-altaar kennen. Hij was soldaat, maar
een bovenmodale, sesquiplicarius-, iemand die
vanwege zijn prestaties anderhalf sesquirant
soen graan kreeg2". De ruiterafdeling {aid) van de
Norici waartoe hij behoorde, oorspronkelijk gere-
cruteerd uit inwoners van de provincie Noricum.
het huidige Oostenrijk, was gelegerd te Dorma-
gen Durnomagusvlak ten noorden van
Keulen21. Je vraagt je af wat Sumaronius Vitalis
hier kwam doen. Zou hij naast zijn militair be
roep nevenactiviteiten hebben gehad als hande
laar? De inscriptie zwijgt daarover.