WELLE
Afb. 2: Pluk van granaatappels door Middeleeuwse monni
ken.
het verhaal van de moerbeiboom van gravin Ja-
coba van Beieren. In oude kronieken is te lezen
dat omstreeks 1434 Jacoba van Beieren bij het
Slot Oostende in Goes een moerbeiboom plantte.
De boom groeide door de eeuwen heen uit tot
een indrukwekkende omvang. Bijna vijfhonderd
jaar later hebben koningin Wilhelmina en prinses
Juliana tijdens hun bezoek aan Goes in 1923 nog
moerbeien van deze boom gegeten. In de strenge
winter van 1929 is de boom echter doodgevro
ren. Een schijf van de moerbeiboom bevindt zich
in het museum.
Tot aan het begin van de vorige eeuw veran
derde er niet veel op het gebied van de fruitteelt.
De oudste boomgaarden waren rond Wemeldinge
te vinden. In 1870 werd in 109 Zeeuwse gemeen
ten fruitteelt beoefend. Van commerciële teelt
was nog geen sprake. Die kwam pas in de
tweede helft van de negentiende eeuw op, als
gevolg van een aantal factoren. Vanuit de steden
kwam steeds meer vraag naar fruit. Rijk gewor
den ondernemers zagen fruitteelt als een vorm
van belegging. Een goede infrastructuur (water
wegen en spoorwegen) zorgde voor een betere,
snellere en goedkopere aanvoer van fruit van het
platteland naar de steden. In de laatste decennia
van de vorige eeuw speelde nog een andere fac
tor een grote rol: akkerbouwers konden de con
currentie van de enorme en goedkope graanaan-
voer uit Amerika en Rusland niet meer aan. Er
67
werd gezocht naar alternatieven en fruitteelt
bood in Zeeland uitkomst. De verwerkende in
dustrie speelde daarop in en er onstonden
nieuwe afzetmogelijkheden.
Nu de fruitteelt grootschaliger werd aangepakt,
kwam er meer behoefte aan scholing voor de
fruitteler, en de overheid organiseerde in gebie
den met veel fruitteelt in schoolgebouwen of op
de zolder van een fruitschuur na werktijd van de
telers cursussen over het telen van nieuwe ras
sen, de bestrijding van ziektes en plagen en alle
overige werkzaamheden waar een fruitteler mee
te maken had. In 1893 werd in Goes een Rijks-
landbouw-winterschool opgericht, gericht op
landbouw- en, in mindere mate, fruitteeltonder-
wijs. De Nederlandse Pomologische Vereniging
organiseerde cursussen in samenwerking met
tuinbouw-wandelleraar Camman. De eerste
Zeeuwse fruitteeltvakschool ging in 1936 in Wil-
helminadorp van start. Een groot voordeel was
dat 'Zeekinds proeftuin' in de buurt lag. Na de
oorlog werden de cursussen omgezet in de Rijks
Lagere Tuinbouwschool in Kapelle. Omstreeks
1966 werd een nieuwe tuinbouwschool ge
bouwd, ook wel de groene school genoemd en
gevestigd in het huidige museumgebouw. In Wil-
helminadorp werd in 1902 door enkele notabelen
een proeftuin aangelegd. Productiviteit stond
voorop: zoveel mogelijk fruit uit een lapje grond
halen. De oude beplanting van hoogstambomen
kende een aantal bezwaren: het duurde tamelijk
lang voordat een boom vruchten ging dragen en
het plukken van het fruit op ladders kostte veel
moeite en tijd. In de proeftuin werd niet alleen
geëxperimenteerd met nieuwe rassen, verschil
lende boomvormen en nieuwe snoeitechnieken,
maar ook werden praktijklessen verzorgd waarin
alle seizoenswerkzaamheden aan bod kwamen.
Rond 1910 deed de struikvorm zijn intrede in
Zeeland. De zogenaamde halfstammen (circa 1
tot 1,50 meter hoog) werden op kleinere afstan
den geplant, de verzorging was gemakkelijker en
de opbrengst hoger. Als tussenbeplanting werden
bessenstruiken gebruikt. De verwerkingsindustrie
vestigde zich in de buurt en het kleinfruit werd
als halfproduct rechtstreeks aan de fabriek gele
verd. Een aantal verwerkende industrieën uit an
dere delen van het land hadden een vestiging in
de buurt van Kapelle. Klein- en hardfruit werd bij
voorbeeld in een Goese fabriek tot appelsiroop
verwerkt en zo waren er nog diverse kleine fa
brieken rond 's Heer Arendskerke. De bessenteelt
verdween rond 1930: de prijzen daalden drastisch
en het plukloon was vaak hoger dan de op
brengst. De kleine fabrieken verdwenen en het
zwaartepunt kwam weer op appels en peren te
liggen. Begin jaren zestig kwam Coroos, een af
splitsing van een fabriek in Geldermalsen en de
grootste appelmoesfabriek van Nederland, naar
Kapelle.