NEHALENNIA 43 Afb. 2: Altaartje (frag ment) voor de Matronae Aufaniae uit Nijmegen. Provinciaal Museum G.M. Kam. Foto N. Rooze- boom. Zandsteen, hoogte nog 47 cm. Inscriptie: Matronis Aufaniabus T(itns) Albinius Ianu- arius l(ibens) m(erito), 'Aan de Matro nae Aufaniae Titus Albi nius Ianuarius gaarne en met reden'. het andere kennen we van de 'gewone' Nehalen- nia-altaren. De inscriptie luidt: Deae Nehaleniae M(cir cus) Iustinius Albus l(ibens) m(erito), 'Aan de godin Nehalenia Marcus Iustinius Albus, gaarne en met reden'. De spelling Nehalenia (met één n) komt betrekkelijk vaak voor. Maar buitengewoon vreemd is het gebruik van het enkelvoud, terwijl drie godinnen zijn afgebeeld. In de tempel van Domburg was eveneens een altaar met drie godinnen6. Het was reeds bij de vinding erg geschonden, zoals oude tekeningen tonend en dat is er bij de brand van de kerk van Domburg in 1848 niet beter op geworden8. Van de inscriptie is alleen de eerste regel tamelijk dui delijk: Neihale. De rest van de naam kan nCnJiae zijn of n(n)inis, dus: Neihalen(n)iae of een meer voud Neihalen(n)inis'. Zo'n meervoud is hele maal niet ongewoon. Er zijn bijvoorbeeld tiental len inscripties met een wijding aan een drievoudige Juno: Iunonibus. De verering van drie godinnen heeft in de tweede en derde eeuw in de noordwestelijke provincies van het Romeinse rijk een grote vlucht genomen. Vooral in Duitsland, in het gebied ten noorden van de Eifel, tussen Rijn en Maas, waren minstens tien heiligdommen met in totaal honder den votiefmonumenten ter ere van zulke drietal len. In meer dan vijfhonderd inscripties heten ze Matronae of Matres. Achter deze algemene aan duiding komt een speciale naam, waarvan er vele tientallen zijn. De meest voorkomende (bijna 70 inscripties) is die van de Matronae Aufaniae, waarvan in de jaren 1928-1930 bij opgravingen onder de Munsterkerk te Bonn 35 altaren aan het licht kwamen1". Hun verering strekte zich naar het noorden uit tot Nijmegen (zie afbeelding 2). De speciale namen van de drie godinnen zijn vaak geografische aanduidingen. In het leger kamp van Fectio-Vechten (gemeente Bunnik, Utrecht) wijdde een legioensoldaat een altaar (zie afbeelding 3) aan de Matres Noricae, de Moeder godinnen van Noricum, de provincie van het Ro-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1997 | | pagina 5