HEIL VAN GODS VOLK, BEROERING 135 zen Doorlugtigsten Vorst en Heer'2 en meerdere dichters in de 'Verzameling van verscheidene zin spreuken. ter blyde inhuldiging van Zijn Hoog- vorstelijke Doorluchtigheid, den Heere Willem. Carel, Hendrik, Friso'24 dichttten de prins dezelfde manhaftige daden toe. Nagalm Maar uyt ons onheil wierd veel heil. en vreugt gebooren. Vorst Friso, eerst ter veer, en voorts alom verkooren. Tot onzen Gideonhaast uyt zijn wederpaar Een jongen Willem won: oproeren stillen deede, Ook Sluys iveer maakte vrij door een gewenschte vrede God wrogt door Hem dat heil op 't hidden van zijn schaar. (Johannes Bagelaar, predikant te Sluis) De eedaflegging door en de inhuldiging van Wil lem Karei Hendrik Friso, prins van Oranje en Nassau enz., als stadhouder, kapitein- en admi raal-generaal van Zeeland vonden plaats op 20 mei 1747. De vraag was of de nieuwe stadhouder, die zijn macht uit handen van de Staten had ontvan gen, van deze macht gebruik zou maken om het bestuur van de regenten te doorbreken. Hij was zich wel bewust van zijn prerogatieven, maar maakte er geen gebruik van om de regentenheer schappij af te schaffen en een aantal - toch zeer noodzakelijke - verbeteringen in staats- en stads- bestel door te voeren. Wel wilde hij aanhangers beschermen als hij meende dat die te fel werden aangepakt en mensen belonen als zij hem een dienst hadden bewezen. In Middelburg werd onder de plunderaars vooral een zekere Dignus Kelle genoemd. Deze was later gearresteerd en daar was nogal wat over te doen geweest. De prins wilde dat hij werd vrijgelaten, het stadsbestuur wilde dat hij werd berecht; de stadhouder zou hem dan gratie kunnen verlenen. Pas in 1749 kwam een eind aan deze zaak: de prins gaf opdracht de strafver volging te staken (brieven van abolitie)27. Pieter Mogge uit Zierikzee werd vrijgelaten toen de prins de stad naderde. Vanuit Zierikzee was tijdens de onlusten tweemaal een afvaardi ging naar Willem gestuurd: de eerste maal waren het twee boeren van Dreischor. de tweede maal de regent De Jonge van Campens Nieuwland. Ze kwamen goed beloond terug: de boeren kregen een gouden medaille, 'bestempeld met 's Prinsen Borstbeeld en hondert Ducaten in Zilvergeld'; De Jonge bracht een 'zeer fraeyen diamanten Ring' mee naar huis26. GEKROONDE STEENEN, OPGERICHT ALS BANIEREN in het land van messias TOT vertoond w eene Leerreden over SACH:IX: 16. in tegenwoordigheid van den DOORLUCHTIGSTEN VORST EN HEERE, Willem Karel Henrik Friso, PRINSE VAN ORANJE EN NASSAU, enz. enz. enz. nadat ZYNE HOOGHEID, daags te vooren, als Stadhouder, Kapitein en Amiraal Generaal van Zeelandplegtig was ingehuldigd uitgefproken in de Nieuwe Kerke, te Middelburg, voormiddag den 21. Mey MDCCXLV1I, DOOR JACOBUS WILLEMSEN, S. S. Theologie Profeflor en Predikant te Middelburg in Zeeland. Tf. Middelburg Gedrukt, by LEENDERD BAKKER, 1747,. Afb. 6. Willemsen, J. Titelblad Gekroonde Steenen (Zeeuws Documentatiecentrum, Zijlstra 3089; bruikleen Zeeuws Ge nootschap). De interim-regenten van Zierikzee werden door de Staten van Zeeland niet erkend en de af gevaardigden-predikanten werden niet tot de ver gadering toegelaten. Een beslissing werd overge laten aan de stadhouder, die te kennen gaf dat zij niet in het bestuur mochten terugkeren. Zo keerde de oude toestand terug - met een regi ment voetvolk ter ondersteuning. Drie leden van de vroedschap die aanstoot hadden gegeven door losbandigheid en onrechtzinnigheid, wer den wel ontslagen. Van twee van hen was de le venswandel niet onbesproken en op alle drie was vermoedelijk de tekst van toepassing die was ge schreven op een briefje dat in het armenzakje was gevonden: 'dat het Zijne Hoogheid behagen mogte alle Hattemisten en Atheïsten uit de Re geering te weeren, als zijnde pesten voor Land en Kerke'27. De laatste maatregel was vooral bedoeld om de nog onder de bevolking heersende onte vredenheid de kop in te drukken en aan de ver wachting tegemoet te komen dat er regenten zouden worden ontslagen. Vrede In de oorlogvoering veranderde eigenlijk niets nadat de prins tot stadhouder was benoemd. Ook onder stadhouderlijke leiding leed de Republiek nederlagen: de Fransen bedreigden Maastricht en sloegen het beleg om Bergen op Zoom. De val van deze onneembaar geachte stad (op 16 sep tember 1747), die in de door Willem iv be-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1997 | | pagina 13