SCHÜTZ
153
die door de criticus Van Santen Kolft' in 1875 De
Haagse School werd gedoopt; onder hen was
Hendrik Willem Mesdag (1831-1919) een van de
belangrijkste zeeschilders. Bij deze groep kunste
naars ging het meer om de weergave van de
stemming en de atmosfeer dan om de uitbeelding
van details. Zij probeerden de kleuren op elkaar
af te stemmen en een allesomvattende toon
(meestal een verzadigd grijs) te bereiken.
Schütz senior moet op de hoogte geweest zijn
van deze ontwikkelingen in de schilderkunst. Hij
was lid van diverse kunstverenigingen waar
nieuwe stromingen in de schilderkunst en werk
van tijdgenoten besproken werden. Op tentoon
stellingen in Middelburg hing zijn werk te mid
den van werk van schilders van de Haagse
School, zoals Johannes Bosboom (1817-1891),
Hendrik Willem Mesdag en Paul Gabriël
(1828-1903). Impressionistische werken heeft hij
echter niet gemaakt; zijn werk bleef gebaseerd
op waarneming én ervaring. In het werk van zijn
zoon Willem Johannes kreeg het impressionisme
wel gestalte.
Evenals zijn vader heeft Willem Johannes
Schütz een omvangrijk oeuvre nagelaten. Aan
vankelijk schilderde hij realistische werken
waarin invloeden van zijn vader - en leermeester
- te zien zijn. Hij gebruikte donkere (veel bruine)
kleuren. Al vroeg onderging Willem ook invloe
den van de Haagse School-schilders die in die tijd
toonaangevend waren. In 1889 sloot hij zich na
drukkelijk bij hen aan door lid te worden van het
schilderkundig genootschap Pulchri Studio. Een
werk uit die periode is 'Laagwater aan de Wester-
schelde' (afb. 7), waarin hij vooral gericht is op
de atmosferische weergave van het onderwerp.
De schepen nemen een centrale plaats in, maar
door de summiere aanduiding van de omgeving
zijn ze er als het ware in opgenomen. De kleuren
zijn hier grijzer dan in zijn eerdere werk en hij
neemt een lager standpunt in. Willem Schütz
maakte veel studies naar de natuur, die hij later
gebruikte bij het vervaardigen van zijn doeken in
het atelier. Op zijn tochten legden hij zijn indruk
ken vast in olieverfstudies, aquarellen en snelle
losse schetsen7. Behalve studies in de natuur te
kende hij stadsgezichten en gebeurtenissen waar
bij veel mensen aanwezig waren, zoals kermis
sen, markten en volksfeesten. Deze meer
illustratieve tekeningen, in houtskool of potlood,
maar meestal in krijt, waren in Zeeland heel po
pulair.
Door het lidmaatschap van de grote schilders
genootschappen waren de werken van Willem
Schütz op de tentoonstellingen van deze vereni
gingen, meestal in Den Haag of Amsterdam, te
zien. Dit stelde hem tevens in de gelegenheid zijn
werk enkele keren in het buitenland te tonen. In
1898 werd hem in Barcelona de 'Groote Zilveren
Medaille' toegekend voor zijn schilderij 'Zonson
dergang', dat hij inzond voor de Internationale
tentoonstelling van Kunstwerken aldaar.
Afb. 7. Willem J. Schütz, Laagwater aan de Westerschelde, 1890, olieverf op doek, 46 x 81 cm., collectie Zeeuws Museum,
Middelburg. Foto: R.A. van der Zwan.