10
zeeuwse boer:
Afb. 2. Portret van G. van den Eisen (ncb).
Bisschop P. Leyten van Breda zette deze aan
bevelingen van de Katholiekendag kracht bij
door in augustus 1903 twee priesters te belasten
met de oprichting van parochiële boerenbonden.
In het oostelijk deel van Zeeuws-Vlaanderen ging
kapelaan Th. Buysrogge uit St. Jansteen aan de
slag. In West-Zeeuws-Vlaanderen kapelaan G. Ju
ten uit Sluis. Beide priesters schakelden pater Van
den Eisen, de parochiegeestelijkheid, katholieke
notabelen en enkele grote boeren in.
Pater Van den Eisen kwam reeds in augustus
1903 naar Oostburg om voor geestelijken en ka
tholieke landbouwers uit het dekenaat IJzendijke
te spreken over het doel en de betekenis van een
boerenbond. Hij benadrukte dat de vereniging
van katholieke landbouwers in christelijke geest
noodzakelijk was, niet zozeer om de kennis over
de landbouw te vermeerderen maar vooral om,
'steunende op de beginselen van rechtvaardig
heid en naastenliefde, elkaar te helpen en te on
dersteunen, zonder iemand, zeker niet den min
der bedeelde, den zwakkere broeder uit te
sluiten'. In september kwamen vier plaatselijke
boerenbonden tot stand: Aardenburg, Eede, Oost
burg en IJzendijke. Het lukte kapelaan Juten te
vens om een Christelijke Boerenbond voor
Zeeuwsch-Vlaanderen, Westelijk Deel (cbzvwd)
op te richten. Voorzitter van deze regionale bond
werd A.H. de Milliano uit Waterlandkerkje. De
eerste secretaris was hoofdonderwijzer, lantk
bouwonderwijzer en kassier van de boerenleen
bank C.C. Nagel uit Eede. Kapelaan Juten tra.
aan als geestelijk adviseur. De naam Christelijk
Boerenbond verhulde dat het eigenlijk ging om
een katholieke organisatie met de H. Marcus als
patroon. Het lidmaatschap stond echter niet al
leen open voor katholieke boeren. Ook burge
meesters, gemeentesecretarissen, raadsleden, ge
meente-ontvangers en onderwijzers konden lid
worden. Boeren van protestants-christelijke huize
werden evenmin buitengesloten, zij het dat zij
slechts contribuerend lid konden worden en du
geen stemrecht hadden.
Ondertussen zat kapelaan Buysrogge niet stil.
Samen met notaris H.A. van Dalsum uit Hulst
die in zijn oude standplaats Arnhem zeer actie!
was voor de katholieke beweging aldaar -
werkte hij voortvarend aan de oprichting var.
plaatselijke boerenbonden in het oostelijk deel
van Zeeuws-Vlaanderen. Reeds in januari 190a
vond in Hulst de oprichtingsvergadering plaats
van de R.K. Boerenbond van Zeeuwsch-Vlaande
ren, Oostelijk Deel (rkbzvod). De eerste voorzit
ter van deze regionale bond was J. de Waal uit
Graauw. G.J. de Gier werd benoemd als secreta
ris. De nog prille boerenbonden te Boschkapelle.
Clinge, Graauw, Hulst, St. Jansteen, Klooster
zande, Koewacht, Lamswaarde, Nieuw-Namen
Sluiskil, Westdorpe en Zuiddorpe sloten zich na
genoeg meteen bij de regionale bond aan.
Deze bond en de plaatselijke afdelingen stel
den zich van meet af aan op een exclusief katho
liek standpunt. Met name notaris Van Dalsum
was van mening dat in dit overwegend katho
lieke gebied geen sprake kon zijn van een ge
mengde boerenbond met zowel katholieke als
protestante leden. Hoewel dit standpunt de aan
sluiting bij de Nederland,sche Boerenbond zeer
bemoeilijkte en de kapelaan zich uitsprak voor
een soepeler houding jegens christelijke boeren,
hield het bestuur hardnekkig vast aan de katho
lieke koers.
Naar Brabants model
De activiteiten in Zeeuws-Vlaanderen bleven niet
onopgemerkt. In september 1903 verspreidde het
Nederlandsch Landbouw Weekblad zelfs het on
juiste bericht dat de clerus hard werkte aan de
totstandkoming van een regionale christelijke
boerenbond voor heel Zeeuws-Vlaanderen. Over
het doel van deze bond meldde het blad het vol
gende: 'Het doel van dezen bond is de oprichting
van boeren-spaar en voorschotkassen; de bevor
dering van den gezamenlijken aankoop, verkoop
of verwerking van grondstoffen of voortbrengse
len; den gezamenlijke aankoop en gebruik van