bleeker
17
moest de jongste zijn. Ik wilde echter 'leren',
maar een hbs-opleiding was het enige dat mij
werd toegestaan"1.
Uit haar jeugd in Middelburg stamt de levens
lange vriendschap met Adriana W.P. Keg (1895),
die sinds 1902 in de Noordstraat woonde. Later
trouwde Adriana met ir. Murk J. Schoen, die grote
betekenis zou krijgen voor het bedrijf van Caro
line.
Nadat Caroline het hbs-examen had afgelegd,
bleef zij nog een jaar thuis om haar moeder te
helpen. Intussen studeerde zij Grieks en Latijn. In
1916 vertrok zij eindelijk naar Utrecht, om 'uit
verveling' wiskunde te studeren, want een leven
gevuld met huishoudelijke taken trok haar totaal
niet. Een universitaire studie was zeker in die tijd
niet de meest voor de hand liggende keuze voor
een meisje! Waarom Caroline verder koos voor
natuurkunde, is niet uit de stukken op te maken.
Wel is duidelijk gebleken dat de sfeer op de fa
culteit Natuurkunde in Utrecht open en vrij was
en zeker een vrouwvriendelijk karakter had'.
Mannelijke en vrouwelijke studenten werden als
gelijkwaardig beschouwd en de arbeidsomstan
digheden waren in principe voor iedereen gelijk:
'Meisjes werden zeker door Ornstein aangemoe
digd en geholpen'5.
Haar studie verliep voorspoedig, en na het be
halen van haar kandidaats diploma probeerde zij
als lerares op een middelbare meisjesschool geld
te verdienen om haar astronomiestudie te kunnen
betalen". Zelf zei ze over haar baan als lerares in
een interview: 'Dat was geen groot succes, ik
was, geloof ik, te jong Zij voelde zich teveel
één met de leerlingen en ging daarom over tot
het geven van bijlessen7. Daarnaast werkte Caro
line vanaf 1919 op de Sterrenwacht Sonnenburgh
en als assistente bij diverse hoogleraren in het
Physisch Laboratorium aan de Bijlhouwersstraat,
waar zij in een personeelslijst van 1 januari 1926
genoemd wordt als enige hoofdassistent.
In de jaren twintig deed Caroline Bleeker ook
onderzoek voor haar proefschrift Emissie- en dis
persiemetingen in de seriespectra der alkaliën
waarop zij op 5 november 1928 cum laude pro
moveerde. Het proefschrift werd gedrukt bij
drukkerij Willemse aan het Domplein, het bedrijf
van de vader van haar studiegenoot en latere le
venspartner drs. G.J.D.J. (Gerard) Willemse, met
wie zij tot zijn dood zou samen wonen. Zij
trouwden niet, wat in die tijd hoogst ongebruike
lijk was.
Wat Caroline aanvankelijk na haar promotie
heeft gedaan, is onduidelijk. Zelf zei ze hierover:
'Anderhalf jaar heb ik toen niets gedaan hoe
wel niets... maar ach nee, dat moet u niet alle
maal in de krant zetten'". Uit diverse brieven die
haar promotor, Ornstein, kort na haar promotie
aan collega's schreef, blijkt dat Lily op zoek was
naar werk. Zo schreef hij aan Evert Gorter, hoog-
Afb. 1. Pastorie van de Evangelisch-Lutherse kerk, Bree 48
(destijds E 138), Middelburg (foto: M. Offereins).
leraar kindergeneeskunde te Leiden: 'Geachte
collega, In antwoord op Uw schrijven omtrent
een physicus geschikt om assistent bij U te wor
den, meld ik U het volgende: In de eerste plaats
zou ik U willen noemen Mej. Dr. C.E. Bleeker,
Pension 'De Leeuw' Groenekan. Zy was tot vorig
jaar Maart hoofd-assistente aan myn laboratorium
en nam toen haar ontslag in verband met per-
soonlyke moeilykheden. Ze is zeer intelligent en
goed geschoold, zowel theoretisch als experi
menteel'7'. Lili kreeg de aanstelling echter niet.
Dat Ornstein voor haar doorzocht, blijkt uit een
brief van Van Everdingen, buitengewoon hoogle
raar in de meteorologie en hoofddirecteur van
het knmi, die in antwoord op een brief van Orn
stein schreef: 'Inmiddels heeft Mej. Bleeker mij
bezocht en heb ik beloofd haar in kennis te stel
len van de vacature [onleesbaar] ofschoon zij
bleek enig bezwaar te hebben tegen een mede
dinging van jongeren, waaraan ik haar vertelde
om verschillende redenen de voorkeur te geven.
Alles oveiwegende voel ik er weinig voor, haar
voor deze betrekking in aanmerking te doen ko
men1". Waarop Ornstein hem in een volgende
brief in een postscriptum schreef: 'Ik vind het wel