genootschapsverzamelingen
31
Jonkvrouwe Aleida van Domburch bemint een
gewone Middelburgse jongen, Heindric, die sym-
patiseert met de Geuzen. De vader van Aleida,
edelman Adriaen van Domburch, wordt wegens
zijn Spaanse gezindheid benoemd tot baljuw van
Middelburg. Te veel steden hebben al de kant
van de Prins van Oranje gekozen, en daarom wil
Philips dat Middelburg met ijzeren hand wordt
geregeerd. De nieuwe baljuw trekt met zijn fami
lie in het 'Huis van Domburch' op de Grote
Markt12. Het Gravensteen13, de Middelburgse ge
vangenis, zit altijd vol en velen worden op last
van de baljuw - wegens zijn wreedheid 'de gesel
van Middelburg' genoemd - ter dood gebracht.
Ook de vader van Heindric sterft door toedoen
van de baljuw. Zijn zoon wil wraak nemen en
verlaat de stad om zich bij de Geuzen aan te slui
ten.
Nadat Brielle en Vlissingen tot de Prins zijn
overgegaan, is Middelburg aan de beurt. Op 20
april 1572 wordt een aanval op de Noorddam
poort ingezet, die echter mislukt. Onder de man
schappen die door de Spanjaarden gevangen
worden genomen en in het Gravensteen gesme
ten, bevindt zich ook Heindric. 's Nachts wordt
hij bevrijd door zijn geliefde Aleida, die een
bootje voor hem klaar heeft liggen, zodat hij zich
weer bij zijn aanvoerder Lumey kan voegen.jffe
Heindrics redding vergaat het scheepje, waardoor
Aleida ervan overtuigd raakt dat hij tijdens zijn
vluchtpoging is verdronken.
Om de stad in handen te krijgen volgt een om
singeling en uithongering. Er vallen veel doden,
ook doordat de pest uitbreekt. Op 20 februari
1574 ontsluit men pas de poorten voor de Prins
van Oranje. Per vergissing vertelt iemand aan
Heindric dat ook zijn geliefde aan de pest bezwe
ken is.
Aleida en Heindric vinden elkaar na alle be
proevingen toch terug en in het najaar zal het hu
welijk onder zeer grote belangstelling gesloten
worden in de Sint-Pieterskerk. Daar voltrekt
zich dan het drama! Wanneer de gelieven elkaar
op verzoek van de priester de rechterhand rei
ken, vallen beiden dood ter aarde. Heel Middel
burg rouwt. Aleida en Heindric worden in één
graf gelegd en tot hun nagedachtenis wordt de
steen met de twee handen in de muur van de
kerk gemetseld.
Noten
1. Catalogus van de Oudheidkundige Verzame
lingen van het Zeeuwsch Genootschap der Weten
schappen,1890, 27, nrs. 216 en 217. Op de ver
nieuwde lijst in het Zeeuws Museum de nummers
G 2765 en G 2767.
2. Bovenstaande gegevens uit de Encyclopedie
van ZeelandMiddelburg, 1982-1984, deel 2,
321-322, en Jhr. mr. Paspoort van Grijpskerke,
'De Noordmonster, St. Pieterskerk of Oude Kerk
te Middelburg', in: Naamlijst der geborene- ge-
huivde- en overledene personen binnen de stad
Middelburg en ambachten in het jaar 1833 (Mid
delburg, 1833).
3. Paspoort van Grijpskerke, op. cit.
4. Rijksarchief in Zeeland (raz), archief kzgw, in-
ventarisnr. 9, p. 125.
5. Raz, archief kzgw, inventarisnrs. 275 en 283-
6. Over 'in een gevlochten handen' wordt ge
schreven in: M. Gargon, Walchersche Arkadia
Leiden 1715-1717, deel n, p. 267; D. van Hoog
straten, Groot algemeen historisch-geografisch, ge
nealogisch en oordeelkundig woordenboek Z.p.
1733, k-m, p. 238; Zeelands Chronyk Almanach,
deel i, 191-192 (z.p., z.j.; de jaartallen 1776 en
1792 staan met de hand op het schutblad ge
schreven).
7. De volgende bronnen spreken terecht over
'twee handen': J. de Kanter en J. ab Utrecht Dres-
selhuis, De Provincie Zeeland. Middelburg, 1824,
p. 102; Paspoort van Grijpskerke, op. cit.
8. Gargon, op. cit., p. 267.
9. J.C. Altorffer, 'Henric en Aleida; Een Micldel-
burgsche legende, 1574'. In: Zeeuwsch jaarboekje
en Middelburgsche naamwijzer. Middelburg,
1867.
10. J.R.W. en M. Sinninghe, Zeeuwsch Sagenboek.
Zutphen, 1933, p. 252.
11. A.M. Wessels, Waar de Schelde stroomt; Een
bundel bijdragen tot de historie van Zeeland.
Middelburg, 1947. Veel van de volgende gege
vens zijn hieruit afkomstig.
12. Het 'Huis van Domburch' stond op de Grote
Markt, aan de ingang van de Gortstraat (eigenlijk
Gorsstraat; 'gors' betekent 'aangeslikt land'). Het
werd in 1761 herberg, later logement. In 1833 is
het huis gesloopt. Gegevens ontleend aan J.C. Al
torffer, Zeeuwsch jaarboekje, 1867.
13- Het 'Gravenhuis' of "s Gravenkasteel stond
aan de Lange Burg. Het gebouw diende als ge
vangenis en werd in 1827 afgebroken. Gegevens
ontleend aan J.C. Altorffer, Zeemvsch jaarboekje,
1867.