60
ZUIVELCOÖPERAT -S
Afb. 2. Melkbussen waren lang een vertrouwd beeld langs
boerenerven (particuliere collectie).
kon zij niet anders concluderen, clan dat het een
wijs besluit was geweest om geen Zeeuwse zui
velproducten naar deze tentoonstelling in te zen
den. 'De wereldmarkt eischt iets anders dan
waarmede men in onze omgeving tevreden is',
oordeelde zij in de rapportage'.
De voorlichting over nieuwe methoden van
zuivelbereiding kwam via tentoonstellingen en
studiereizen weldra op gang. Ontroming van
melk met een centrifuge betekende een belang
rijke technische vooruitgang. Enkele vooruitstre
vende boeren namen de proef op de som en
schaften nieuwe apparatuur voor boterbereiding
aan. Ook uit de instelling, in 1899, van een con
sulentschap voor zuivel door de Maatschappij tot
bevordering van landbouw en veeteelt in Zee
land blijkt de aandacht die binnen landbouwor
ganisaties leefde voor verbetering van de zuivel
bereiding.
De eerste zuivelfabriek in Zeeland kwam in
1884 te Noordwelle op initiatief van een particu
liere ondernemer tot stanch. In 1891 volgde de
eerste Zeeuwse zuivelfabriek op coöperatieve
grondslag: de coöperatieve stoomzuivelfabriek
'Luctor et Emergo' in Zonnemaire. Vierenveertig
landbouwers, niet alleen uit Zonnemaire, maar
onder meer ook uit Kerkwerve, Duivendijke,
Dreischor en Ellemeet, lieten op 9 maart 1891 de
oprichtingsakte voor notaris J. Moolenburgh te
Zierikzee passeren1. In 1892 volgde de oprichting
van zuivelcoöperaties te Nieuwerkerk ('De Dui
en Hontenisse'. In de daaropvolgende jaren ver-
rezen coöperatieve fabrieken in Wemeldinge
(1893), Axel (1894), Kruiningen (1894), 's-Hct
Arendskerke ('De Adelaar', 1894), Schoondiji e
(1896) en Aardenburg (1898). De zuivelfabriek e
Zonnemaire richtte in 1895 een filiaal op n
Haamstede5. Op Tholen kwamen in Poortvliet n
Stavenisse coöperatieve zuivelfabrieken t >t
stand''.
Tot de oprichters behoorden landbouwers,
soms bijgestaan door een notabele uit het dor
Bij de oprichting van de zuivelcoöperatie in Zo -
nemaire waren de burgemeesters van Kerkwen e
en Duivendijke betrokken. Beide waren tevens
landbouwer7. In Hontenisse nam K.J.A.G. bare n
Collot d'Escury het voortouw". Hij was zeer acti f
in het landbouwverenigingsleven op Zeeuw -
Vlaanderen. In andere plaatsen ontwikkelden ei -
kele boeren zich tot ware pioniers op coöperatie f
gebied.
Opvallend is het relatief grote aantal zuivelf; -
brieken dat op stoomkracht werd gedreven. Dez
moderne inrichtingen sloten aan bij het modern
karakter van het toenmalige Zeeuwse landbouw -
bedrijf5. De boeren waren commercieel ingestek
Zij stonden open voor technische vernieuwingen
en beschikten over voldoende financiële midde
len om borg te staan voor de noodzakelijke gele
leningen. Als benodigd kapitaal voor de oprich
ting van de stoomzuivelfabriek in Honteniss
werd 11.000 gulden begroot, voor die in Zonnc
maire 22.000 gulden. Ter vergelijking: voor cl
handkrachtfabriek te Axel lag het begrote kap;
taal op 3.000 gulden1". In alle gevallen gingen d
coöperaties een geldlening aan.
Voor de resultaten van de fabrieken waren cl
leden-boeren aansprakelijk naar gelang van d<
hoeveelheid melk die zij ieder aan de fabriek le
verden. De leden kozen uit hun midden een be
stuur, dat een belangrijke rol vervulde in het be
heer van de fabriek. Voor de bediening van cl
machines volstonden aanvankelijk enkele perso
neelsleclen. Een directeur-boekhouder had de da
gelijkse leiding in de fabriek en voerde de admi
nistratie.
In deze eerste fase moet de coöperatie ir
Kruiningen veruit de kleinste zijn geweest. Dt
melkaanvoer aan deze fabriek fluctueerde var
1895 tot 1899 jaarlijks tussen ruim 47 duizend
kilo en 60 duizend kilo". De zuivelcoöperatie te
Nieuwerkerk behoorde tot de grotere Zeeuwse
bedrijven. In genoemde jaren schommelde de
melkaanvoer hier tussen 1,4 en 1,6 miljoen kilo.
In 1909 werd een top in de aanvoer bereikt met
meer dan 1,9 miljoen kilo melk. Daarna liep de
melkaanvoer terug1-.
Alle zuivelfabrieken kampten na 1900 met af
nemende melkaanvoer. Reeds in 1898 werd mel
ding gemaakt van een 'slechts ten deele bevredi-