SCHOTSE STAPEL 45 Afb. 3: Gezicht op de stad en rede van Veere, ca. 1800. Tekening D. de Jong. raz, zg, Zei. 111. n-1012. maar zeven jaar. In 1675 keerden de Schotten te rug in de Scheldedelta23 om er tot 1799 te blijven. Het grootste probleem voor de Schotse koop lieden in Veere was, er retourlading te vinden. Middelburg bood hiervoor wel mogelijkheden. In de periode mei 1574 tot en met april 1576 arri veerden twaalf Schotse schepen in Veere en vijf in Middelburg26. Naar Middelburg varen en daar zelf goederen halen was geen aantrekkelijke op tie. De afvaart uit Middelburg de haven van de stad was via het kanaal van Welsinghe met de Westerschelde verbonden - kon net zo veel tijd in beslag nemen als de halve reis naar Schotland. Jacobus vi verbood dan ook in 1611, toen er on derhandelingen werden gevoerd tussen de Schotse kroon en de Veerse magistraat over een eventuele verlenging van het stapelcontract, zijn kooplieden naar Middelburg te verhuizen, van wege the difficult and dangerous entering of the harborie of Middelburg'27. De Veerse haven was daarentegen uitstekend bereikbaar, en de grootste schepen konden met gemak in- en uitvaren2". Rond 1710 werd over de haven van Veere het volgende opgemerkt: 'Voor de stad is in storm en onweder een veilige ree en van daar wegvarende, is men in een of twee uuren tijdts in volle zee, vry van alle ban ken en klippen; by winterdag en selfs harde vorst is het veergat haast noyt met drijfijs beset'29. Ove rigens profiteerde Middelburg wel van de Schotse aanwezigheid in Veere, zonder zelf de kosten van de stapel te hoeven dragen. In de overeenkomst van l6l2 werd bepaald dat Veere voor de trans port- en opslagkosten van cle goederen die Schotse kooplieden vanuit Middelburg betrokken, zou opdraaien30. Deze oplossing was slechts tijde lijk. In 1772 verliet eenderde van de 98 schepen Veere zonder lading. De bloeiperiode van de handel tussen Veere en Schotland moet mogelijk gezocht worden ten tijde van de Engelse Burgeroorlog. Al in 1626 ex porteerden Conservator Jacob Ellis en Samuel Wallace musketten en lonten naar Schotland11. In de jaren 1639—1644 leverden kooplieden als Tho mas Cunningham, James Weir en James Ellis van uit Veere grote hoeveelheden wapens, ammunitie en musketten aan het Schotse leger. Nederlandse kooplieden waren overigens ook actief bij deze praktijken. De beruchte gebroeders Adriaen en Cornelis Lampsins, die onder meer verscheidene kaperschepen bezaten, verkochten in 1644 voor 260.000 gulden - een fortuin in die tijd - aan wa pens aan het Schotse leger32. Na het herstel van het Engelse koningshuis (ca. 1660) liep de Schotse handel terug. Verschillende auteurs zijn van mening dat sindsdien veel van de handel van en naar Schotland vooral via Rotterdam liep in plaats van via Veere33. In 1690 klaagde Conserva tor Andrew Kennedy dat Veere grotendeels verla ten was door de Schotse kooplieden31. Deson-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1998 | | pagina 7