TUSSEN HOOP EN VREES; DE SCHOTSE STAPEL IN VEERE ANNO 17721 41 Victor Enthoven Veere heeft een aparte atmosfeer. Het stadje wordt in de zomermaanden overstroomd door toeristen, aangetrokken door het pittoreske centrum met zijn fraai gerestaureerde koopmanshuizen, nauwelijks bedorven door nieuwbouw. Een monsterlijk grote, half afgebouwde kerk domineert het silhouet. Voor de bezoeker moet het duidelijk zijn: lang geleden was Veere een welvarend handelsstadje met grote ambi ties, maar de afgelopen eeuwen is de welvaart verdwenen en heeft de tijd stilgestaan. Er hangt een sfeer van vergane glorie. Vanaf de late Middeleeuwen bestond er een speciale band tussen Veere en Schot land. Met name in de achttiende eeuw heeft de Schotse stapel tot de welvaart van het stadje bijgedragen en nog enige overzeese handel gestimuleerd. Over deze handel, met name in het jaar 1772, gaat deze bijdrage. Inleiding In Veere zijn de zogenaamde Schotse Huizen, be ter bekend als het Lammetje en de Struis, de be langrijkste toeristische attracties. Bijna iedereen weet dat hier de Schotse kooplieden hun Court hadden. Sinds 1613 was er in Veere een Schotse functionaris, Conservator genaamd, die daar voor zijn landgenoten civiele en criminele geschillen volgens de wetten van het vaderland beslechtte2. Maar net als veel andere historische verhalen is dit een verzinsel. Natuurlijk hadden de Schotten sinds de late Middeleeuwen in Veere hun stapel: de plaats waarlangs alle handel tussen Schotland en de Lage Landen moest gaan. Tot 1770 be woonde de Conservator een huis in de Wijn gaardstraat. Pas nadien werd de Struis, een ver wijzing naar de gevelsteen, zijn residentie. Hij woonde er nog geen dertig jaar. In 1799 verlieten de Schotse kooplieden Veere. Niet alleen hebben de Schotten het gebouw maar kort gebruikt, ook de naam is onjuist. De afbeelding van de gevel steen stelt zeker geen struisvogel voor, maar waarschijnlijk een dodo3. Het andere 'Schotse' huis, het Lammetje, hebben de Schotten nooit ge bruikt. In 1837 is de Schotse kerk, de zoge naamde 'verdwenen' derde hal van de Hallekerk achter de Grote Kerk, afgebroken, en het huis in de Wijngaardstraat heeft de tand des tijds even min doorstaan. Verder zijn er geen directe over blijfselen van de Schotse aanwezigheid bewaard gebleven. Deze bijdrage handelt over het aandeel in de overzeese handel dat de Schotse stapel voor Veere heeft gehad, in het bijzonder in het jaar 1772. Betreffende dat jaar is namelijk een pak unieke documenten bewaard gebleven: de Som- miere staat der Convoyen en Licenten ten Comp- toire Vere Aan de hand van deze documen ten is het mogelijk inzicht te krijgen in de omvang van handel en scheepvaart van Veere aan het eind van het ancien régime en de rol die de Schotten daarin speelden. Veere Eens was de Walcherse rede het centrum van de wereldhandel, althans volgens Ludovico Guic- ciardini. Deze Italiaanse globetrotter, eind zes tiende eeuw woonachtig en werkzaam in zijn ge liefde Antwerpen, beschrijft de Zeeuwse rede als het middelpunt van een windroos waarop de af standen tot alle belangrijke wereldhavens staan aangegeven. Schepen uit verschillende windstre ken deden toen Walcheren aan5. Als een van de vier havens van het eiland was Veere actief be trokken bij de overzeese handel. Rond 1600 'voe ren vanuit het stadje schepen naar Afrika, West- Indië en Azië6, terwijl vijftig jaar later nog steeds tientallen zeegaande schepen in Veere havenden7. Van oudsher waren de Walcherse havens bij de zogenaamde westvaart betrokken: de vaart op Engeland, Frankrijk en het Iberisch schiereiland. Rond het midden van de zeventiende eeuw was Frankrijk de belangrijkste handelspartner van de Republiek der Verenigde Nederlanden8. Franse schepen gingen dus bij Veere voor anker9 en om gekeerd voeren Veerse schepen naar Frankrijk"1. Dit veranderde dramatisch rond 1700. Wegens het grote aandeel van de westvaart in de totale over zeese handel van Zeeland, werden de Walcherse havens extra hard getroffen door de guerres de commercede handelsoorlogen van Lodewijk xiv (1643-1715) tegen de Republiek11. Na afloop van de Spaanse Successieoorlog (1702-1713) lag de economie van het gewest grotendeels stil. In 1715 verwoordde Catharina Margaretha Schorer (1656—1716) - getrouwd met de bekende Middel burgse regent Johan Schorer (1650-1705) - de si-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1998 | | pagina 3