WAT OF EEN DIENSTMEID EEN ZWERVELING IS'; GEOGRAFISCHE EN SOCIALE MOBILITEIT VAN DIENSTBODEN IN ZEELAND (1830-1930) 91 Hilde Bras Dienstbode, dienstmeid of kortweg meid - enkele benamingen die bet beeld oproepen van meisjes in wit- gesteven schort en ruggelings gekruiste schouderbanden. Het beroep van dienstbode bestaat niet meer. In de negentiende en aan bet begin van de twintigste eeuw was een periode van dienen en inwonen bij een werkgever voor veel vrouwen evenwel een gewoon deel van hun levensloop. Het belang van het dienstbodeberoep in termen van arbeidsmarktparticipatie van vrouwen was rond de eeuwwisseling op zijn hoogtepunt. Omstreeks 1900 was bijna vijftig procent van de geregistreerde vrouwelijke beroepsbe volking werkzaam in de sector huiselijke diensten. Ook in Zeeland was de dienstensector een van de be langrijkste arbeidsmarktsectoren waarin vrouwen werk. vonden. Kenmerkend voor de Zeeuwse situatie was, dat ongehuwde meisjes en vrouwen voornamelijk als dienstbode werkten, terwijl gehuwde vrouwen juist in de landbouw werkzaam waren. Voor de meeste meisjes viel de uitoefening van het dienstbodeberoep dus samen met een over gangsfase in hun leven, namelijk die tussen jeugd en volwassenheid. Aan de ene kant waren zij nog aan huis gebonden en moesten ze meestal een deel van hun loon afdragen ter aanvulling van het gezinsbudget. Aan de andere kant betekende dienen een verwijdering van het ouderlijk milieu. Niet alleen veranderden dienstboden regelmatig van baan, maar ook overbrugden zij soms grote Afb. 1: De dienstmeisjes van de familie Bolle te Middelburg rond 1900 (Zeeuws Documentatiecentrum, Middelburg; foto A. Bolle).

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1998 | | pagina 13