96
DIENSTBODEN IN ZEELANI
Afb. 4: Een groep jongens en meisjes viert Annetje-Liesjesclag op de Markt in Middelburg, begin twintigste eeuw (Zeeuw
Documentatiecentrum, Middelburg).
ellendig'. Gezinsomstandigheden, zoals ziekte of
overlijden van een van de ouders, konden dus
een reden zijn om dienstbode te worden. Waren
dienstboden nu meer dan andere bruiden uit ge
broken gezinnen afkomstig?
Uit figuur 2 blijkt dat ten tijde van het huwe
lijk van meer dan vijftig procent van alle
Zeeuwse bruiden beide ouders nog in leven zijn.
Van ongeveer tien procent van alle bruiden zijn
beide ouders al overleden. Over het algemeen
zijn de verschillen tussen dienstboden en andere
bruiden niet erg groot. Dienstboden komen vaker
uit een gezin waarin de moeder reeds overleden
is. Wellicht verlieten dochters het huis wanneer
hun vader hertrouwde - wat meestal vrij snel na
het overlijden van de moeder gebeurde - ten
einde spanningen met hun stiefmoeder te vermij
den.
Geografische mobiliteit
Van dienstje wisselen
Dienstboden waren geografisch erg mobiel. In de
eerste plaats omdat ze vaak van dienstje wissel
den. Voor het veranderen van dienstbetrekking
konden verschillende redenen bestaan. Om te
beginnen kon de dienstbode een betere dienst
krijgen, die bijvoorbeeld beter betaalde of meer
vrije tijd gaf. Van de andere kant verlengde de
werkgeefster het stilzwijgende contract met haar
dienstbode niet altijd. Een slechte werkgever o
penibele arbeidsomstandigheden waren andere
redenen voor vertrek. Pietje verliet een van haai
Amsterdamse werkgevers omdat haar mevrouw
dronk. In een brief (nr. 14) aan Maatje schrijft ze
op 22 juni 1863 uit Amsterdam: maar heb
toch het plan om weer te veranderen, want het is
hier zoo een naare dienst. O lieve vriendin dat
valt mij zoo tegen en ik heb zoo een ekel aan dat
veranderen, dat kunt uw niet begrijpen'. De be
langrijkste reden van het veelvuldig wisselen van
dienstbetrekking in Zeeland was de gewoonte op
het Zeeuwse platteland om dienstpersoneel - zo
wel knechten als meiden - voor de duur van één
jaar aan te nemen. Op het eiland Walcheren slo
ten boeren op de eerste donderdag van mei een
nieuwe arbeidsovereenkomst met hun personeel.
Op deze dag, 'Annetje-Liesjesclag', kwamen Wal-
cherse dienstmeiden naar Middelburg om feest te
vieren en gingen zij dan in lange rijen gearmd
door de straten. Op andere Zeeuwse eilanden
golden andere vaste data waarop nieuwe dienst
betrekkingen werden begonnen, zoals de eerste
donderdag van oktober of elf november (Sint
Maarten).
Voor zover we het uit haar brieven kunnen op
maken, had Pietje Willemse in een periode van
zeven jaar ten minste vier verschillende dienstjes.
Na haar vertrek uit Tholen werkte ze zeker een
jaar in Zierikzee. Vanaf augustus 1861 krijgt haar
vriendin Maatje brieven uit Amsterdam waaruit