98
DIENSTBODEN IN ZEELAND
Figuur 4: Migratietype:a
van Zeeuwse bruiden
(1830-1930) (bronner:
hsn, data-release Zeelam I
98.2, en Steekproef Mid
delburgse Huwelijksakte: i
97.1) (n 1800).
Platteland- Platteland- Stad- Stad-
Platteland Stad Platteland Stad
omdat vrouwen vaak geruime tijd vóór hun hu
welijk terugkeerden naar hun ouderlijke woon
plaats om daar te trouwen. De categorie 'zelfde
plaats' is dus onevenredig groot. Hoewel de cij
fers dus een enigermate vertekend beeld geven,
laat de figuur duidelijk zien dat dienstboden over
langere afstand migreerden dan de controle
groep. In de drie laatste categorieën is een hoger
percentage van de dienstbodegroep vertegen
woordigd dan van de controlegroep. We kunnen
ook concluderen dat Zeeuwse migranten veruit
het vaakst binnen de grenzen van hun eigen re
gio verhuisden en minder vaak naar andere
Zeeuwse regio's of naar plaatsen buiten de pro
vincie trokken.
Naar de stad
Een derde aspect van de geografische mobiliteit
is het type migratie. Pietje verhuisde van een
klein provinciestadje naar de hoofdstad van Ne
derland. In het algemeen groeide tegen het einde
van de negentiende eeuw de trek van het platte
land naar de grote steden. Dit had te maken met
verslechterende economische en sociale omstan
digheden op het platteland, waar ten gevolge van
de mechanisering van de landbouw en een agra
rische depressie steeds minder arbeidsplaatsen
voor dienstmeisjes en knechten beschikbaar wa
ren. Tegelijkertijd ontstond er onder de groeiende
burgerij in de steden een grotere behoefte aan
dienstpersoneel. Als we kijken naar de typen mi
graties van Zeeuwse dienstboden, vinden we
deze trek naar de stad dan terug?
Op basis van de op huwelijksakten opgegeven
geboorte- en huwelijksplaatsen zijn de Zeeuwse
bruiden naar vier typen migratie ingedeeld: 'plat
teland platteland' (migranten tussen twee plat
telandsplaatsen en niet-migranten geboren op het
platteland), 'platteland stad', 'stad platte
land' en tot besluit 'stad stad' (migranten tus
sen steden en niet-migranten van stedelijke ori
gine). Uit figuur 4 kunnen we niet concluderen
dat er onder Zeeuwse vrouwen op het moment
van hun huwelijk in het algemeen een massale
trek naar de stad had plaatsgevonden. Hierbij
moet echter dezelfde kanttekening worden ge
plaatst als bij de conclusies met betrekking tot de
migratieafstanden, namelijk dat veel vrouwen
vóór hun huwelijk naar de woonplaats van hun
ouders terugkeerden. Het kan dus zijn dat zij na