120 STERVEN IN ZEELANi: Atb. 4: Kruisverenigingen verleenden zorg op medisch en hygiënisch gebied, zoals hier in het Groene-Kruisgebouw Zierikzee rond 1955 (Zeeuws Documentatiecentrum, Middelburg). woord. De groei van dit besef heeft de snelle da ling van de sterfte in West- en ten dele ook in Noord-Nederland veroorzaakt, omdat in de ste den en in het westen en het noorden dit mo derne cultuurpatroon veel eerder en sneller in gang vond dan in het oosten en het zuiden. Een en ander was het gevolg van de grotere open heid van de kustprovincies voor cultuurinvloeden van buitenaf, veroorzaakt door grotere verstede lijking, goede bereikbaarheid (waterwegen), con tacten met het buitenland (zeehavens) en de sterk op de markt gerichte landbouw in deze provincies, die werd gedragen door een relatief grote groep welvarende, ontwikkelde boeren. Jansen (1979) en Jansen en De Meere (1982) hechten meer belang aan de verbetering van de voedingstoestand die de weerstand tegen besmet telijke ziekten heeft doen toenemen. Het verbruik van de eerste levensbehoeften nam aanzienlijk toe ten gevolge van de afschaffing van accijnzen en de vermindering van de werkloosheid, en na 1870 ten gevolge van loonsverhogingen en prijs dalingen. Ook de verbreding van de nationale economische basis was volgens De Jonge (1968) een belangrijke factor. Deze maakte de uitbouw van vele voorzieningen mogelijk, waaronder wa terleiding en riolering, die voor de volksgezond heid zeer belangrijk waren. Het westen van het land profiteerde het eerst van de economische opleving en de verdwijning van de structurele werkloosheid na 1875. Het van de akkerbouw af hankelijke Oost- en Zuid-Nederland had het in de jaren tachtig nog moeilijk als gevolg van de landbouwcrisis, die lagere lonen en grote werk loosheid met zich meebracht. Omgekeerd stelden de lagere voedselprijzen tijdens de landbouwcri sis de stedelijke bevolking in het westen in staat om meer en beter voedsel te kopen. Hofstee (1983, blz. 52) bracht daar tegenin, dat juist in een akkerbouwgebied als Zeeland, waar de land bouwcrisis het eerst en het hevigst toesloeg en zowel voor boeren als landarbeiders catastrofale gevolgen had, de sterftedaling zich het duidelijkst demonstreerde. De landbouwcrisis speelde z.i. dan ook geen rol. Vooralsnog gaat het hier dus om een onopge loste kwestie; we hebben eigenlijk meer informa tie nodig over de sterfte in verschillende bevol kingsgroepen, inkomensklassen en regio's. In het weinige materiaal over sterfte dat in de negen tiende eeuw werd gepubliceerd, ontbreken deze gegevens. Daarmee wordt het grote potentiële

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1998 | | pagina 46