sterven in zeeland
121
60
50
40
Ui
30
20
10
1812-1839
1840-1889
GEBOORTEPERIODE
MANNEN B VROUWEN
1890-1912
Fijjuur 2: Gemiddelde levensduur van de Zeeuwen, mannen en vrouwen, naar geboorteperiode, 1812—1912 (bron: hsn,
data-release Zeeland 98.2).
belang van de in het kader van de hsn beschik-
b: ar komende gegevens duidelijk.
De gegevens die wij voor onze studie gebrui
ken, zijn vooral afkomstig uit geboorte- en de
overlijdensakten. De geboorteakte levert ons in
formatie op over een aantal kenmerken van de
geborene (geslacht, geboortedatum en geboorte-
p aats) en zijn ouders (leeftijd vader, beroep ou-
d ts, burgerlijke staat moeder en alfabetisme van
d vader). Aan de overlijdensakte, en, voor re
centere generaties, aan de persoonskaart ontle
nen we gegevens over de overlijdensdatum van
d betrokkenen. Voor een redelijk groot deel van
de geborenen kon een overlijdensdatum worden
gevonden. In de oudste generatie (geboren tus
sen 1812 en 1839) was dat het geval in 37,7% van
de gevallen, in de generatie 1840-1889 gold dat
voor 50,7% en in de generatie geboren in de ja-
re n 1890-1912 betrof het 59,2%. Voor de overigen
werd aan de hand van de bevolkingsregisters of
h jwelijksakten nagegaan, op welke datum de be
trokkenen in elk geval nog in leven waren. Voor
de oudste generatie betrof dit nog eens 26,7%,
in de daaropvolgende generatie gold dit 12,0%
vin de geborenen, terwijl voor de generatie
1)90-1912 de informatie beperkt was tot 6,4%.
Natuurlijk is dit percentage mede zo laag, omdat
velen uit deze generatie nog in leven zijn. In to-
t, al is dus van ongeveer een derde van de gebo
renen geen informatie voorhanden. We gaan er in
het volgende vanuit dat kinderen waarover we
geen informatie hebben, in elk geval de eerste
tien jaar na de geboorte in leven zijn gebleven'1.
Zuigelingensterfte: ontwikkeling in de tijd
We hebben allereerst gepoogd een schatting te
maken van de veranderingen in de gemiddelde
levensduur van de Zeeuwen in de negentiende
en twintigste eeuw. We onderscheiden drie tijd
vakken: het begin van de negentiende eeuw, de
periode 1840-1889 en de periode vanaf 1890.
We constateren in figuur 2 een zeer grote toe
name in levensduur: mannen geboren tussen
1812 en 1840 leefden gemiddeld slechts 27,7 jaar,
vrouwen 34,9 jaar, terwijl de generaties geboren
tussen 1840 en 1890 37,0 jaar, respectievelijk 43,6
jaar leefden. De cijfers voor de meest recente ge
neratie, geboren na 1890, wijzen opnieuw op een
toename van de levensduur: tot ca. 56,5 jaar bij
mannen en tot ca. 54,2 jaar bij vrouwen. Het ver
schil ten nadele van de vrouwen wordt voor een
aanzienlijk deel veroorzaakt door onze bereke
ningswijze: het feit dat over vrouwen uit deze ge
neratie minder informatie beschikbaar is dan over
mannen, werkt in het nadeel van de vrouwen
uit7.
Voor de generaties geboren tussen 1812 en
1912 geeft figuur 3 met de bovenste lijn aan,