sterven in zeeland
129
re ding, belang van schoonmaken van het huis,
isc ilatie van zieken etc.)- Kinderen wier vader een
handtekening kon zetten, liepen ook in Zeeland
minder risico om te sterven dan kinderen van to
taal ongeletterde ouders: 17 tegenover 23 van de
100.
In de negentiende en aan het begin van de
twintigste eeuw stierven kinderen vooral ten ge
ve lge van luchtweginfecties (roodvonk, mazelen,
kinkhoest, difterie), diarreeziekten (buiktyfus, dy
senterie, cholera en andere vormen van gastro
enteritis) en andere (gevolgen van) infectieziek
ten (stuipen). De daling van de sterfte, waarvan
wde resultaten terugzagen in onze grafieken en
ta tellen, werd vooral door het teruglopen van
di ze doodsoorzaken teweeggebracht. Dat de so-
ci al-economische positie van het gezin, zoals
deze valt af te leiden uit het beroep van de vader,
inderdaad verschil maakte voor het sterfterisico
va n de geborene, moet dan ook hierin zijn ver-
kl iring vinden, dat deze positie de kansen op
vt rspreiding van genoemde ziekten - via de
lu cht en via drinkwater en voedsel - en de letali-
te t ervan (dat wil zeggen de kans om, wanneer
di aandoening eenmaal is ontstaan, eraan te
o1 erlijden) beïnvloedde. Maar welke van de vol
gende factoren nu precies de belangrijkste rol
speelde, blijft onzeker: het feit dat delen van de
midden- en hogere klasse in ruimere mate de ef
fectiever wordende hygiënische praktijken aan
vaardden, toegang hadden tot beter drinkwater,
zi :h van een betere afvoer van menselijk en an-
d< r afval konden verzekeren, hun kinderen in
ruimere mate de bescherming biedende borstvoe
ding gaven, of een meer gericht gebruik maakten
v; n de beschikbare materiële hulpbronnen en
v; n hun tijd.
7 ot slot
Harde conclusies kunnen uit deze vergelijking
van de zuigelingensterfte niet getrokken worden.
Daarvoor is onze kennis van een aantal kenmer-
k -n van de omgeving waarin het kind ter wereld
kwam en zijn eerste levensjaren sleet (zoals de
g izinssituatie en de leeftijd van de moeder), nog
ti gebrekkig. Het historische maar vooral het he
il' -ndaagse onderzoek in ontwikkelingslanden
heeft inzicht verschaft in een hele reeks van fac
te ren die de levenskansen van het kind beïnvloe
den. Op veel van die factoren is in het historisch
onderzoek geen greep te krijgen. Op andere fac
toren, zoals het inkomen van de ouders, het aan-
t; 1 personen waarmee kinderen het huis moesten
delen, de tijd die er was verstreken sinds de ge
boorte van het vorige kind etc., kan in principe
wel zicht worden verkregen met behulp van de
ion. Met behulp van deze gegevens kunnen de
r ikwijclte en het karakter van de veranderingen
Afb. 8: Wikkel waarin de begrafenispenning werd gevou
wen, eerste helft negentiende eeuw (raz, zg, Zei. 111.
m-887).
in de gezondheidssituatie nauwkeurig worden
gedocumenteerd. We hoeven niet alleen af te
gaan op door leden van de burgerij bijgehouden
dagboeken, op krantenartikelen of op statistieken
die uitsluitend betrekking hebben op de grote
steden. Neen, we zullen over de gehele Zeeuwse
bevolking informatie kunnen verzamelen, omdat
elk huishouden op volstrekt democratische wijze
te maken kreeg met sterfte en de registratie daar
van.
Noten
1. Broes van Dort (1861), blz. xvin.
2. Broes van Dort (1861), blz. vi.
3. Alle hier gebruikte gegevens over de situatie
in Nederland als geheel zijn afkomstig uit een
enige jaren geleden samengestelde database
waarin jaarlijkse gegevens over de aantallen sterf
gevallen naar leeftijd en geslacht sedert 1850 zijn
samengevat. Zie Tabeau, Willekens en Van Pop-
pel, 1994.
4. De hier gebruikte gegevens voor het tijdvak
1840-1851 zijn afkomstig uit Levens- en sterftewet
voor het Koninkrijk der Nederlanden. Bevolkings
tafelen; twaalfjarige staten der levend geborenen
en sterfgevallen; levens- en sterftewet voor het Ko
ninkrijk der Nederlanden (uitgegeven door het
Departement van Binnenlandsche Zaken, 's-Gra-
venhage 1856). De waarden voor de vroegste pe
riode zijn enigermate aangepast, omdat cte wijze
van berekening van de gemiddelde levensduur in
de betreffende periode enigszins gebrekkig was.
Alle provinciale waarden zijn met een naar ver
houding identieke factor opgehoogd, waardoor