huwelijk in zeeland 133 leeftijd Grafiek 2: Percentsgewijze verdeling van de leeftijd bij eerste huwelijk van mannen (bron: hsn, data-release Zeeland 98.2). tingen van de mensen langdurig ontwricht, zodat ook mensen die tussen 1883 en 1892 werden ge boren, nog tot uitstel van hun huwelijk geneigd waren. Een tweede opvallende ontwikkeling die de grafiek laat zien, is de snelle daling van de huwe lijksleeftijd van de na 1890 geborenen. Waar is die daling vandaan gekomen? Is de gemiddelde le eftijd omlaag getrokken doordat er minder mensen waren die tot hun dertigste wachtten, of is sprake van een toename van zogenaamde 'on tijdige huwelijken'? Met deze term werden huwe lijken aangeduid die te vroeg werden gesloten. Te vroeg, omdat men nog onvoldoende gespaard had en nauwelijks in staat was een zelfstandige huishouding te voeren. De bekende arts Coronel schreef reeds in 1861 over de veelvuldige vroege huwelijken van de arbeiders in Arnemuiden, waar sommigen al vóór hun twintigste jaar trouw den. In de landbouwenquête van 1908 werd mel ding gemaakt van vroege huwelijken van arbei derskinderen op Tholen en Sint Philipsland en in Zeeuws-Vlaanderen6. In grafiek 2 kunnen we de verdeling van de huwelijksleeftijd nauwkeuriger zien. Ter wille van de overzichtelijkheid bekijken we hier alleen de leeftijden van bruidegoms. We zien dat in de negentiende eeuw (de niet onderbroken lijn in de grafiek) weinig mannefi vóór hun eenentwintigste jaar huwen, terwijl in de twintigste eeuw (de onderbroken lijn) de groep van op zeer jonge leeftijd huwenden fors is toegenomen. Zo steeg het percentage bruide goms van negentien jaar van één naar zes pro cent. Met andere woorden, de klachten over ontijdige huwelijken waren niet uit de lucht gegrepen. Bij vrouwen (niet afgebeeld) is deze verschuiving overigens minder sterk. Het is aannemelijk dat een groot deel van de ontijdige huwelijken zogenaamde 'gedwongen huwelijken' waren. Dat wil zeggen: het huwelijk moest vervroegd worden omdat er een kind op komst was. In Zeeland kwam het gedwongen hu welijk frequent voor, vooral in protestantse stre ken. Engelen en Meyer hebben berekend dat in het protestantse Zaamslag 31,5% van de huwelij ken in de eerste helft van de negentiende eeuw gedwongen was, terwijl in het roomskatholieke Boschkapelle het percentage 13,5% bedroeg7. Zij vonden ook een flink verschil in leeftijd tussen mensen die wel of niet gedwongen huwden, waaruit zij afleidden dat het om een 'deviant' (af wijkend) verschijnsel ging. Het Handboek Pastorale Sociologie uit 1953 merkt over de Bevelanden op, dat kerkelijke be vestiging van een huwelijk vaak achterwege bleef, omdat er sprake was van een gedwongen huwelijk". In Westkapelle op Walcheren zou het zelfs om twee-derde van alle huwelijken gaan".

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1998 | | pagina 59