136
HUWELIJK IN ZEELAND
beroepsgroep
mannen
vrouwen
bruidegom
hl
sd
n
hl
sd
n
Hogere burgerij
28,5
5,0
17
25,1
4,5
21
Winkeliers
26,7
4,4
102
24,3
3,9
114
Lagere beambten
27,5
3,6
55
25,1
3,8
61
Boeren
28,1
6,1
110
25,0
5,3
112
Geschoolde werklieden
26,4
4,5
204
24,7
4,7
206
Ongeschoolde arbeiders
26,3
4,9
573
24,5
4,5
582
Totaal
26,7
4,9
1061
24,5
4,5
1096
Tabel 1: Gemiddelde leeftijd bij eerste huwelijk naar beroepsgroep van de bruidegom (bron: hsn, data-release Zeelard
98.2; hl gemiddelde huwelijksleeftijd, sd standaarddeviatie (een maat voor de spreiding rond het gemiddelde); twee
derde van de gevallen bevindt zich in een range van plus/min de standaarddeviatie).
doorslag. De tabel geeft aan dat de voorkeur dui
delijk uitging naar een jongere vrouw, die mee
kon werken en veel kinderen kon krijgen.
In tegenstelling tot veel andere streken kenden
(land)arbeiders en hun vrouwen in Zeeland een
relatief lage huwelijksleeftijd.11. Terwijl in andere
streken van Nederland arbeiders spaarden voor
een eigen boerderijtje, was dat in Zeeland over
het algemeen zinloos. 'Voor zichzelf beginnen'
betekende in Zeeland trouwen met een vrouw
die na het huwelijk gewoon in loonarbeid bleef.
In de woorden van landarbeidster Sjaan: 'We had
den twee kinders en ik moest natuurlijk mee naar
't land, want m'n man kon het alleen niet verdie
nen voor ons vieren"5.
Tot slot kijken we in grafiek 3 naar de leeftijds
verschillen tussen bruid en bruidegom, met name
naar de ontwikkeling die zich hierin heeft vol
trokken. De onderste twee balkjes betreffen de
huwelijken waarbij de vrouw ouder was dan de
man. We zien dat deze huwelijken in de loop van
de tijd in belang afnamen, van 20% naar zo'n 5%
na 1925. Naar het oordeel van de gezinshistoricus
Edward Shorter waren zulke huwelijken typische
verstandshuwelijken. Oudere vrouwen zouden
aantrekkelijk zijn geweest wegens hun spaargeld
en hun ervaring, die in een bedrijf nodig kon
zijn. De opkomst van de romantische liefde in de
negentiende en twintigste eeuw is volgens hem
af te lezen uit een groeiend aantal huwelijken
van partners van min of meer gelijke leeftijd. Im
mers, het romantische, kameraadschappelijke hu
welijk veronderstelt een voortdurende dialoog op
basis van gemeenschappelijke ervaringen, wat
vooral bij leeftijdgenoten mogelijk is"'. Kennelijk
won de romantische liefde ook in Zeeland ter
rein. We zien althans de balk met gelijke leeftij
den geleidelijk groter worden, hoewel het opval
lend is dat het aandeel huwelijk waarbij de man
minstens drie jaar ouder is, ook toenam na 1925.
Een deel van de verschuivingen in grafiek 3 heeft
te maken met het verdwijnen van huwelijken tus
sen jongemannen en weduwen en tussen jonge
dochters en weduwnaars. Overigens zijn zulte
huwelijken in Zeeland nooit erg belangrijk ge
weest: vóór 1900 was 3,2% van alle huwelijken er
een tussen een weduwe en een jongeman. Dit
percentage bedroeg in de twintigste eeuw neg
slechts 0,6%. Het aandeel huwelijken tussen
jonge dochters en weduwnaars daalde van 7,2%
naar 2,7%. Net als elders in Nederland zijn de
grootste leeftijdsverschillen te vinden bij de elite.
Het was in deze kringen gebruikelijk dat dochters
zo snel mogelijk werden uitgehuwelijkt, uiteraard
aan een man die hun eenzelfde levensstijl ken
bieden. De grootste mate van gelijkheid vinden
we bij de groep geschoolde werklieden. Tot slot
is het opmerkelijk dat we bij de arbeiders het
grootste aandeel mannen vinden dat met een ou
dere vrouw trouwt.
De huwelijksmarkt
Hoe functioneerde de huwelijksmarkt in ruimte
lijk opzicht? In de overgrote meerderheid van de
gevallen woonden beide partners op hetzelfde ei
land. De beslotenheid van de huwelijksmarkt
komt sterker naar voren als we kijken naar de
huwelijken tussen mensen die op een bepaald e -
land of in een bepaalde streek waren geboren ea
daar ook trouwden. In tabel 2 zijn de resultaten
per regio weergegeven.
Tabel 2: Percentage huwelijken waarin beide partners in
dezelfde regio waren geboren, per regio (1830—1950)
(bron: hsn, data-release Zeeland 98.2.
Eiland of streek
procent
n
Schouwen-Duiveland
80,0
130
Walcheren
74,8
254
Noord-Beveland
65,0
40
Zuid-Beveland
80,8
239
Tholen
86,8
114
Zeeuws-Vlaanderen
84,0
376
Zeeland (totaal)
80,5
1153