154 JOHAN SNE: Afb. 3. Mr. Johan Can (1676-1720), derde van links, als regent van he "Weeshuis. Regentenstui (olieverf op doek) van de hand van G. (of C.) vai der Marck, 1719; collectie Stichting Burgerweeshui Zierikzee; foto Gemeente archief Schouwen-Duive- land. musicum al vóór dat jaar sprake was. Met dit ge zelschap, waarvan de vroegste vermelding uit 1699 dateert, had hij toen waarschijnlijk al 0111 en nabij twintig jaar gemusiceerd. Snep deelt in de opdrachttekst van zijn compo sities voor viola da gamba (1700, zie hierna) mee dat hij diverse instrumenten bespeelt. Het orgel en de viola da gamba zullen daar zeker bij zijn geweest. Daarnaast was beheersing van het kla- vecimbelspel voor een organist in die tijd een vanzelfsprekendheid. Ook vocale muziek moet zijn belangstelling hebben gehad, gezien de ver schijning van zijn bundel met composities voor de zangstem. In de genoemde opdrachttekst zegt Snep in diverse plaatsen te hebben gewoond, maar niet in de gelegenheid te zijn geweest om het gambaspel door professioneel onderwijs te leren. Wel was hij vertrouwd met het spel van de Amsterdamse gambist en componist Johan Schenck C1660 r.a 1716). Ook heeft Snep ondeiwijs in het gambaspel gegeven. Voor orgel- en klavecimbellessen zal men eveneens bij hem terecht hebben gekund. Een passage in het rapport van een Zierikzeese raadscommissie van 26 mei 1750 laat overigens geen twijfel bestaan over de verwachting dat een bekwaam kerkorganist over educatieve talenten beschikte: teneynde de jeugt occasie ook soude gegeven werden, om in de muziek gron dig en na den eysch te connen werden onderwe- sen en geïnstrueerd'12. De onder de Republiek der Verenigde Neder landen haast klassieke combinatie van de ambten van organist en klokkenist bestond in Zierikzee eerst sinds het midden van de achttiende eeuw Het klokkenistenambt was in de periode 1610-1748 in handen van verschillende leden van een en dezelfde familie: het Zierikzeese geslach Van Gote. Vanaf de generatie van de rond 157C geboren broers Steven Michielsz. en Cornelis Mi chielsz. van Gote verzorgden vijf generaties van de familie het spel op de zestiende-eeuwse Van der Ghein-beiaard in de Stadhuistoren en de voorslag van de Zuidhavenpoort. Door de benoe mingen, in 1750, van de uit Zutphen afkomstige Johannes Casparus Theodoras Groneman (1723— 1781)13 tot organist en klokkenist werden de orga nisten- en klokkenistenambten te Zierikzee in één persoon verenigd1"1. Na een periode van herhaalde afwezigheid diende Snep in 1718 een zeer opmerkelijk ver zoekschrift in bij de kerkmeesters. In verband met zijn 'meenigvuldige onpasselijkheden en swackheyt' leek het hem een goede oplossing om de organistentaken samen met zijn dochters Agnita Willemina en Johanna Catharina te vervul len. Snep achtte hen ook in staat om aan de bij eenkomsten van het collegium musicum deel te nemen15. Door het op 30 juli 1718 genomen be sluit van de kerkmeesters"' werden beide doch ters als adjunct-organisten aangesteld, waarmee voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1998 | | pagina 12