JOHAN SNEP 155 vrouwen in een protestants bedehuis het organis tenambt verkregen! Het besluit viel precies in de periode van het kerkmeesterschap van mr. Johan Cau, heer van Domburg en in Bommenede, die als voorzitter, en gelet op zijn afkomst, het voor naamste en dus invloedrijkste lid van het college moet zijn geweest. Er lijkt een goede verstand houding te hebben bestaan tussen de familie Cau en Snep, die mede kan blijken uit het feit dat laatstgenoemde nog geen maand later een ge dicht maakte op het op 12 augustus 1718 voltrok ken huwelijk van mr. Johan Cau en de Duive- landse ambachtsvrouwe Susanna Maria Loncque. Vervulling van het kerkelijk organistenambt door vrouwen was, landelijk gezien, een zeldzaam heid. Uit de gehele achttiende eeuw is slechts één andere kerkorganiste bekend: de katholieke Maria Elisabeth Messemaeckers (1754—1832), telg uit een bekende familie van musici, die van 1784 tot circa 1805 organiste was van de gerefor meerde Sint Joriskerk in Venlo17. Agnita Willemina vervulde tot haar dood in 1726 het organistschap samen met haar zuster. Hierna was Johanna Ca- tharina de enige organiste. Met haar overlijden kwam in 1750 een eind aan meer dan een halve eeuw organisten Snep te Zierikzee. Composities Er kwamen twee bundels met muziek van Johan Snep op de markt. Bewaard gebleven is alleen de bundel met tien suites voor viola da gamba en basso continuo, die in 1700 als opus 1 werd uit gegeven door de Amsterdamse uitgever Estienne Roger, en wel onder de titel Sonates, allem.and.es, courantes, chaconnes, rondeaux, gavottes, sara bandes et gigues a 1 viole de gambe et 1 basse continue™. Deze titel somt in feite de delen van de suites op, waarbij men het woord sonate moet interpreteren als prelude of begindeel, niet als omschrijving van een meerdelige compositie. Deze suites, voor zover wij weten Zierikzees vroegste composities, droeg Snep op aan de ama- teur-gambaspeler mr. Nicolaes Cau (1630-1711), heer in Bommenede. Tijdens de jaren van zijn kerkmeesterschap had de componist het Zierik- zeese organistenambt verkregen. Cau, een man 'met groote influentie' in stad en gewest, was ten tijde van de publicatie van de gamba-suites oud burgemeester, raad en pensionaris van Zierikzee. Hij had in de jaren 1673, 1696 en 1704 het burge meestersambt bekleed en in de jaren 1661-1711 was hij raad. Het ambt van pensionaris be kleedde hij in de periode 1673-1700. Hij be woonde een groot, uit de Middeleeuwen stam mend pand aan de Poststraat te Zierikzee, tegenover de zuidkant van het koor van de Grote Kerk (zie afbeelding). Dit huis bestaat nog, hoe wel het in 1730 door zijn schoondochter Susanna Afb. 4. Grote of Sint Lievensmonsterkerk. De twee (gekop pelde) iangshuizen ten zuiden van het kerkkoor (latere Burgerweeshuis) werden bewoond door Sneps leerling, de amateur-ga mbist mr. Nicolaes Cau (1630-1711) (detail van plattegrond van Zierikzee; kopergravure van Josua van den Eynde (geb. 1642), 1646 (in: M. Smallegange, Cronyk van Zeeland (1700))). Maria Loncque, destijds weduwe Cau, ingrijpend is verbouwd en in 1863 de bestemming van bur gerweeshuis kreeg. Sneps opdracht bevestigt de veiwachting, dat Cau, die toen 69 of 70 jaar oud moet zijn ge weest, een leerling van hem was. Na de opdracht volgen de conventionele uitspraken: Caus waar dering (die hij eigenlijk niet waard is) heeft hem al zo dikwijls aangemoedigd, waardoor hij nu deze stukken aan hem wil opdragen. Ze kunnen dienen ter ontspanning na het werken aan 'staclts- en staatszaaken'. Op de opdracht volgen de tien suites, in ver schillende toonsoorten en elk bestaande uit di verse delen. De delen zijn door alle suites heen van 1 tot en met 44 doorgenummerd, een werk wijze die de uitgever bij dit soort muziek regel matig toepaste. Sneps bundel past in een korte traditie van het componeren van suites voor viola da gamba en continuo die in de jaren rond 1700 in de Repu bliek heerste. De suites hebben alle een prelu dium, zonder dat die benaming overigens wordt gebruikt. De helft laat op het begindeel de reeks allemande-courante-sarabande-gigue volgen, soms met een ander deel ertussen of erna. De basisde len (allemande, enz.) volgen de gebruikelijke compositiewijzen van die tijd wat betreft melo dievoering, harmonieverloop, metrum en ritme,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1998 | | pagina 13