ignalementen
175
ust' kwam van een buitenplaats met die naam in
ierooskerke. In 1909 opende de inrichting haar
leuren en al snel stroomden de Zeeuwse krank
zinnigen binnen.
In het boek wordt de bestaansperiode van Vre-
lerust in zes tijdvakken verdeeld, die kenmer
kend zijn voor de aanvankelijk (vóór de Tweede
Wereldoorlog) verzuilde en later ontzuilde maat
schappij. De instelling ontwikkelde zich van een
hristelijke vereniging in een verzuilde tijd die al-
es in eigen hand wilde houden en dus ook geen
rooms-katholiek) personeel uit de buurt wilde
tannemen, tot - in de naoorlogse jaren - een
veel algemenere christelijke instelling, totdat ook
lie signatuur verloren ging en er termen opkwa
men als 'integraal zorgmodel' en de nadruk niet
neer op intramurale zorg maar op ambulante
geestelijke gezondheidszorg kwam te liggen.
Het verhaal wordt boeiend verteld, de foto's
zijn veelzeggend en het boek is fraai vormgege
ven. De bruine achtergrondprint van het papier
vind ik persoonlijk wat onrustig, en voor mij
hoeft die kunstmatig oude indruk niet zo. Het
verhaal is beeldend genoeg om op eigen kracht
Je sfeer te treffen. Slechts af en toe komt de ont
wikkeling in de behandeling van de patiënten
aan de orde, en eigenlijk had ik dat misschien
ven interessanter uitgangspunt voor het verhaal
gevonden dan de institutionele rode draad die nu
gekozen is. Wanneer geschreven wordt over ar-
beidstherapie, nieuwe medicijnen en hun bijwer
kingen, over slaapkuren, badbehandelingen, de
nsulinekuur of de electroshock-methode, kom je
tij de kern van het verhaal. Hoe snel was Vrecle-
rust met het doorvoeren van nieuwe behandelin
gen, hoe modern waren de medici, in hoeverre
coos men voor een benadering gericht op behan
deling en genezing of voor het oude idee van
ven verblijfplaats voor hen die niet terug konden
vaar de maatschappij? Hoeveel invloed hadden
Je medici, hebben zij baanbrekend werk verricht?
Waarschijnlijk is het echter moeilijk een dergelijke
aenadering voor de gehele periode vol te hou
den.
Bij de laatste periode (1971—1985), waarin Vre
derust als Zeeuwse instelling onderging in het
West-Brabants psychiatrisch ziekenhuis, komt wel
duidelijk de invloed van maatschappelijke veran
deringen op de psychiatrie om de hoek kijken.
Foudraines Wie is van hout? heeft de anti-psy-
:hiatrie zo'n impuls gegeven, dat men zich ner
gens aan de invloed ervan kon onttrekken. Medi
cijnen waren weer uit, maatschappijkritiek kwam
Dp en psychisch leed had zijn oorzaak in de mis
standen in de maatschappij. Extramurale geeste-
ijke gezondheidszorg werd de nieuwe mode en
deze stroming gaf weer een geheel nieuwe rich
ting aan de psychiatrische ziekenhuizen.
Bijna honderd jaar heeft Vrederust bestaan.
Door aanpassing aan de gewijzigde vraag uit de
maatschappij is een geheel nieuw concept ont
staan, dat op zijn beurt weer plaats zal moeten
maken voor nieuwe uitdagingen in de toekomst.
J.L. Kool
Karei Bostoen, Bonis in bonuni: Johan Raderma-
cher de Oude (1538-1617), humanist en koop
man (met medewerking van C.A. Binnerts-Kluy-
ver, C.J.E.J. Hattink en A.M. van Lynden-de
Bruine). Hilversum, 1998 (Zeven-Provinciënreeks,
Deel 15). Isbn 90-6550-155-x. Prijs: 25.-.
Johan Radermacher de Oude (1538-1617) is de
stamvader van het bekende Zeeuwse patriciërs-
geslacht der Radermachers, dat in de loop der
eeuwen verscheidene prominenten in de
Zeeuwse samenleving heeft voortgebracht. De
grondlegger van de familie werd geboren in
Aken. Zijn vader overleed reeds vroeg en Johan
werd in de leer gedaan bij Gillis Hooftman, een
vooraanstaand calvinist die aan het hoofd stond
van een in Antwerpen gevestigde internationale
handelsonderneming. Diens huis was een verza
melpunt van de crème de la crème van de Ant
werpse gereformeerden. In de Scheldestad, en la
ter opnieuw in Aken, ontwikkelde de jonge
Radermacher zich tot het prototype van de mer
cator doctusde geleerde koopman. Het milieu
van ontwikkelde en prominente calvinisten
waarin hij verkeerde, bood daartoe een goede
voedingsbodem. Als zinspreuk koos hij bonis in
bonum ('de goeden ten goede'), een toespeling
op Gods voorzienigheid, die hem typeert als
vrome calvinist. In 1585 werd hij genoodzaakt
Antwerpen te verlaten, omdat de stad in katho
lieke handen overging. Na opnieuw dertien jaar
in zijn geboortestad Aken te hebben vertoefd,
koos Radermacher in 1599, zoals veel Antwerpse
kooplieden, Middelburg tot woonplaats. Daar
werd hij handelaar in wijnen. In de Zeeuwse
hoofdstad bleef hij gevestigd en werd er tot zijn
dood in 1617 liefdevol verzorgd door zijn twee
ongehuwd gebleven dochters Anna en Suzanna.
Het was Anna Radermacher die na zijn dood een
typerend getuigenis van haar vader gaf. Het
beeld dat hieruit naar voren komt, moge welis
waar sterk geïdealiseerd lijken, maar het wordt in
grote lijnen bevestigd door wat wij van Raderma
cher de Oude weten uit andere bronnen: 'Rader
macher werd door al zijn tijdgenoten erkend als
een wijze, verstandige, geleerde en vrome man.
In elke vorm van wetenschap was hij thuis. Hij
had geen pretenties, maar was eerder beschei
den. Hij was geliefd zowel bij eenvoudige men
sen als bij hooggeplaatsten, want hij had van al
les verstand. Hij kon leven onder alle soorten
mensen, welke geestelijke ontwikkeling die ook
bezaten, met het gevolg dat iedereen graag met