178 signalementen wachte dwarsstraten in te slaan. Dat de zeemeer min van Westenschouwen hier weer op de prop pen komt, is haast niet te vermijden, maar het verhaaltje over de Zeeuwse koortsen heeft met het onderwerp weinig te maken. Het aardige van het boekje is dat naar volledig heid is gestreefd. In principe komen alle inlagen en karrevelden aan bod (al zocht ik vergeefs naar het mooie karreveld bij het Waterhoefje op Noord-Beveland). Voor de liefhebbers is het dus een handzame gids. Jacobusse schrijft duidelijk vanuit zijn enorme parate kennis, Kuipers moet het uit de boeken hebben. Soms leidt dat tot slor digheden. Zo wordt vermeld dat in 1877 ten oos ten van de Flaauwersinlaag het eerste Zeeuwse stoomgemaal, genaamd Prommelsluis, werd ge bouwd. Deze naam is onjuist: het gemaal heette 'Schouwen'. Het gemaal Prommelsluis werd pas in 1955 gebouwd en ligt iets verder naar het oos ten. Ook had men best kunnen vermelden dat het gebouw van het stoomgemaal er nog altijd staat. De fraaie spuiboezem vóór dit gemaal, die sprekend op een inlaag lijkt en zo mooi aansluit bij de Flaauwersinlaag, wordt ook niet vermeld. De illustraties vormen nogal een ratjetoe. Veel is er geplukt uit oudere uitgaven, maar de bron vermelding ontbreekt nogal eens. Wie de foto's heeft gemaakt, is ook onduidelijk; de natuurfoto's zullen wel van Jacobusse zijn. Er zijn veel oude kaartfragmenten opgenomen, onder meer uit de gemeente-atlas van Kuiper, en dikwijls zijn die onbarmhartig en slordig uitgesneden. Doorgaans is ook niet duidelijk, hoe deze kaartjes zich ver houden tot de huidige situatie. In het colofon wordt dank gebracht aan een aantal instanties; blijkbaar hebben die toestemming gegeven tot publicatie van hun illustratiemateriaal. De Topo grafische Dienst ontbreekt, hoewel er ook veel fragmenten van topografische kaarten zijn gere produceerd. Ook de boeken van Wilderom zijn schaamteloos geplunderd. Mag dat nou zo maar? Rusten daar geen auteursrechten op? De tegen woordige kopieer- en reproductietechniek maakt het wel erg gemakkelijk om aan illustraties te ko men. De laatste tijd maakt men zich nogal eens druk over plagiaat, maar andermans plaatjes overnemen mag blijkbaar iedereen. Het was in dit geval correcter en voor de lezer ook duidelij ker geweest, als men voor deze uitgave een aan tal nieuwe kaartjes in uniforme stijl had ontwor pen. Kortom, het boekje maakt cle indruk van haas tig knip- en plakwerk. Het biedt daardoor weinig nieuws, en de liefhebber van literatuur over Zee land heeft dit alles al in meervoud in zijn boeken kast staan. Het is te hopen dat de volgende deel tjes van de serie wat zorgvuldiger en origineler worden samengesteld. A.J. Beenhakker Afdeling Voorlichting Provincie Zeeland (eind- red.), Nieuwsbrief Archeologie. Uitgegeven onder verantwoordelijkheid van het provinciaal bestuur van Zeeland. Verschijnt vier keer per jaar. Voor een (gratis) abonnement kan contact worden op genomen met de Afdeling Voorlichting, (0118) 63 13 94. Tot nu toe was het financieel slecht gesteld met de archeologie in Zeeland. Dit had onder meer te maken met de overheveling van taken van rijk naar provincie, die niet gepaard ging met een overheveling van navenante fondsen. In de nota '(On)beroerde grond' toonde de provincie zich in 1995 al meer bewust van het belang van de archeologie, en het politieke draagvlak voor een nieuw Zeeuws archeologie- beleid leek de afgelopen jaren te groeien. Eind 1997 werd eindelijk tussen provincie en rijk een convenant cultuur afgesloten, waarin voorzien werd in een wettelijke basis voor de (nieuwe) provinciale taken (de provincie gaat een autonoom en actief beleid voeren), extra fi nanciële middelen van het rijk en een forse toe name van het provinciale budget. Onder meer de komst van een tweede provin ciaal archeoloog maakt het nu mogelijk iets van de jarenlange achterstand in te halen. Beide ar cheologen (rijks- en provinciaal) gaan een be langrijke rol spelen in de fase van planvoorberei ding op het brede terrein van ruimtelijk beleid, zoals ruimtelijke ordening, landinrichting en wa terhuishouding. Ook de investeringen in een ar cheologische monumentenkaart, een bescheiden personeelsuitbreiding van het Provinciaal Archeo logisch Centrum Zeeland, verbetering van de huisvesting en uitbreiding van het budget voor de broodnodige noodopgravingen moeten bijdra gen aan kwaliteitsverbetering. Hoewel de effectuering van alle afspraken tot nu toe op zich laat wachten (ons was reeds me dio 1997 een tweede provinciaal archeoloog be loofd; eerst per 1 september 1998 is deze in dienst getreden), heeft de provincie gemeend als illustratie van haar voortvarende beleid een infor matieblad uit te moeten geven, de Nieuwsbrief Archeologie. Thans zijn er vier nummers versche nen. De uitgave van maart 1998 bevat bijvoorbeeld nieuws over het Provinciaal Archeologisch Cen trum Zeeland, de nieuwe naam van het Provinci aal Depot voor Bodemvondsten, dat nu heel wat meer taken krijgt dan alleen opslag van bodem vondsten. Al decennia lang vindt hier ook een groot gedeelte van de archeologische collectie van het Zeeuws Genootschap onderdak. Het eacz krijgt een fikse financiële injectie, maar dat neemt niet weg dat er nog voor jaren en jaren achter standen weggewerkt moeten worden. Nergens las ik dat er voorzien wordt in, bijvoorbeeld, weten-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1998 | | pagina 46