ignalementen
181
d Tramper en Wikky Pias-van Rijsoort, met me
dewerking van Adri Meerman (red.), Zeven eeu-
,uen Sint Jacohskerk.; Geschiedenis en restauratie.
1 ioes, 1998. 120 Biz., rijk geïllustreerd. Isbn
0.72138.82.1. Prijs: 49,90.
let voorbijgaan aan de flats op de boulevard, de
stadhuistoren en de uitkijktoren van het Arsenaal,
vordt de skyline van Vlissingen naar mijn idee
gedomineerd door de kranen van de Schelde en
Je toren van de Sint Jacobskerk. Toren en kerk
werden onlangs gerestaureerd. Ter gelegenheid
daarvan verscheen bij uitgeverij De Koperen Tuin
n Goes een mooi boek onder de titel Zeven eeu
wen Sint Jacobskerk.
In een twintigtal hoofdstukjes wordt verslag ge-
laan van de historie en restauratie van de kerk.
)oor de opdeling in vele hoofdstukken is een
■nigszins verbrokkelde structuur ontstaan. Zo
hadden het zeer summiere eerste hoofdstukje
'De bouw van de Sint Jacobskerk') en het
iweede hoofdstuk ('De kerk van Oud- en Nieuw-
'lissingen in de Middeleeuwen') zonder proble
men samengevoegd kunnen worden. Het hoofd-
tuk 'Een middeleeuws kerkinterieur' is op zich
interessant, maar erg algemeen van strekking,
omdat er weinig van het middeleeuwse interieur
van de Sint Jacobskerk bekend is. De opmerking
I >ij een afbeelding van Jacobus de Meerdere ('Vol
gens de overlevering zouden vanuit Vlissingen
pelgrims uit de Lage Landen hun bedevaart aan
gevangen hebben naar Santiago de Compostela'
blz. 17)) lijkt me aanvechtbaar. Ook de volgende
hoofdstukken ('Beeldenstorm in Vlissingen', 'De
eerste decennia na 1572', 'De Kerkenraadsnotulen
an 1598' en 'De heivormde gemeente rond
750') van de hand van eindredacteur Ad Tram
per geven weinig informatie over de kerk zelf,
naar veel er omheen. Leuk is het verhaal van
en der eerste predikanten, Gerobulus, over
viens drankzucht in 1580 een rel uitbrak (blz.
27-28). Na de verhalen uit de kerkgeschiedenis
olgt een bijdrage over archeologische waarne-
ningen tijdens de restauratie. Er is betrekkelijk
weinig gevonden, maar een en ander is mooi en
nauwkeurig door Leida Goldschmitz-Wielinga ge-
ekend en beschreven. Ook het orgel, het caril-
on, de kerkbibliotheek (die enkele zeer fraaie
toeken, waaronder een zeventiende-eeuwse Tal
moed, bevat en thans in de Zeeuwse Bibliotheek
e Middelburg berust), 'kunst in de kerk' (grafzer-
;en, rouwborden, kerkzilver en dergelijke) en het
:erkzegel komen aan bod.
Het aardigste gedeelte van het boek wordt ge-
orrnd door de hoofdstukken over de brand van
911 en de nasleep ervan. Archivaris Adri Meer
man geeft hierin een boeiend relaas van de
ampzalige gevolgen van de onvoorzichtigheid
an een loodgieter. De Sint Jacobskerk brandde
op 5 september 1911 geheel uit en de toren
stortte in. Men was het er in Vlissingen snel over
eens: dit belangrijke monument moest herbouwd
worden. Gelden werden bijeengebracht (tussen
haakjes: de jhr. De Casembroot uit het provinciale
steunfonds was geen commissaris der koningin
(blz. 82)) en de wederopbouw werd voortvarend
aangepakt. Er ontstond echter een probleem over
de toren. Deze 'torenkwestie' betrof de vraag of
de toren wel of niet van gewapend beton moest
worden vervaardigd. Zelfs de beroemde architect
dr. P.J.H. Cuypers raakte bij het geschil betrok
ken. De gemeenteraad van Vlissingen besloot ten
slotte 'tot de herbouw van de torenspits overeen
komstig de oude vorm en constructie met inacht
neming van de nodige maatregelen tegen brand
gevaar en draagt het college op daarvoor een
plan met begroting te maken, waarbij de schacht
van brandvrij materiaal zal zijn samengesteld'
(blz. 94). Aldus geschiedde. In 1914 was de toren
voltooid.
Grote monumenten vragen om blijvend onder
houd. De watersnoodramp van 1953, waarbij bin
nenstad en kerk onder water kwamen te staan
(hiervan is overigens weinig in het boek terug te
vinden), was bepaald niet bevorderlijk voor de
staat van het gebouw. In 1997-1998 werd de Sint
Jacobskerk goed opgeknapt, met behulp van vele
vrijwilligers. De laatste vier hoofdstukken hande
len daarover. Vlissingen beschikt nu weer over
een mooi, multi-functioneel kerkgebouw.
Na een boek over de Middelburgse Oostkerk
(1997) nu dus de Vlissingse Sint Jacobskerk. En
hoewel Zeven eeuwen Sint Jacobskerk zeker niet
'dé geschiedenis van de Sint Jacobskerk' behelst,
zoals de eindredacteur zelf al aangeeft (blz. 7), is
het toch een interessante en fraaie uitgave gewor
den.
Als uitgeverij De Koperen Tuin deze 'kei'ken-
reeks' wil voortzetten, is de baseliek van Hulst
wellicht iets voor een volgende uitgave.
P.W. Sijnke
Sina en Wim Mol: Streeksieraden in Zeeland;
Schouwen-Duiveland, Tholen en Sint-Philipsland,
Noord-Beveland, Walcheren. Goes, 1998. Isbn
907213883X, 104 blz. en rijk geïllustreerd full co
lour). Prijs: 69,90.
In de Zeeuwse streekdrachten werden sieraden
vooral gedragen wegens hun praktische functie:
de muts werd ermee vastgemaakt of hoedenlin
ten werden erdoor bijeengehouden. Variatie in
omvang, materiaal, uitvoering en symboliek
maakte de spelden, gespen en haken bovendien
uitermate geschikt om zich te sieren en te onder
scheiden. Halverwege de negentiende eeuw was
in een oogopslag aan een Zeeuwse schone te
zien uit welk 'nest' ze kwam. Bemiddeld of niet,