12 waterbeleid en -beheei- de Braakman afgedamd. En er waren plannen om ook de andere zeegaten te sluiten Al vóór de Tweede Wereldoorlog gingen er stemmen op om de waterkeringen te verbeteren. Over de wijze waarop dit moest gebeuren, heer ste onenigheid: moesten de bestaande dijken worden verhoogd of moesten de zeegaten geheel worden afgesloten? Het rampjaar 1953, dat nau welijks nadere toelichting behoeft, maakte abrupt een einde aan dit meningsverschil. Het Deltaplan, in 1957 goedgekeurd door de Tweede Kamer, had maar één boodschap: dit nooit meer. Om het risico op overstromingen zoveel mogelijk te beperken, moesten de zeearmen worden afge sloten. De zee moest, met andere woorden, voor goed worden buitengesloten. Alleen de Wester- schelde vormde, wegens de scheepvaart op Antwerpen, een uitzondering. Hier werden de dijken versterkt. De 'meren' die na de afsluiting zouden ontstaan, moesten, net als het IJsselmeer, worden verzoet. Hierdoor zou tevens het verzil- tingsprobleem van de landbouw worden opge lost. De jaren zeventig vormden een kentering. Naast het hoofddoel veiligheid voor de Delta begonnen in de maatschappij andere belangen, zoals die van milieu en visserij, steeds zwaarder te wegen. Voor- en tegenstanders van een gesloten Oosterschelde bestookten elkaar met argumenten. De maatschap pelijke druk liep zo hoog op, dat uiteindelijk voor een compromis werd gekozen: een stormvloedke ring in plaats van een dam. Daardoor behield ck Oosterschelde een verbinding met de zee en ble ven ook het getij en intergetijdegebieden behou den. Tevens werd besloten om de Grevelingen er het Veerse Meer zout en brak te houden. Alleer. het Haringvliet-Hollandschdiep en het Volkerak Zoommeer werden zoet. Historische ontwikkeling van bet waterbeheer De eerste bewoners van het Deltagebied konden niet anders dan, in de letterlijke zin, het water volgen. Veel gebieden waren alleen tijdelijk - bi eb toegankelijk. De komst van de vloed dwong de bewoners tot een tijdelijke terugtocht naar vei liger oorden. Al snel werden de eerste maatrege len getroffen om het water te beheersen. Hoewe de aanleg van zogenaamde 'woonheuvels' er stellen (voor schapen) moeilijk als een poging kan worden beschouwd om het water in toom te houden, is het wel de eerste succesvolle poging om de krachten van het water te weerstaan. He Afb. 3- Werk aan de sluis in het Kanaal door Zuid-Beveland (1864). kaz, zg, Zei. 111. 111-324/33-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1999 | | pagina 26