24
ZAND, W ATER FN ISII
Afb. 3- Zandsuppletie: het voeden van het strand met zand, waardoor het kustprofiel mee kan groeien met de zee (foto
Rijkswaterstaat),
zen van onze klassieke aanpak, resulterend in
steeds hogere dijken, steeds sterkere bemaling en
daardoor steeds grotere bodemdaling, zijn be
reikt. Een (de?) oplossing is, kiezen voor water
als leidend principe in de ruimtelijke ordening
van laag-Nederlancl (3). Dit betekent dat zoveel
mogelijk ruimte wordt gelaten aan de dynamiek
van het kustsysteem, met brede overgangszones
tussen land en zee. Het intact laten van de kust
als dynamisch systeem beperkt de kwetsbaarheid
ervan. Ruimte voor natuurlijke dynamiek geeft de
robuustheid en veerkracht aan het kustsysteem
die nodig is om toekomstige (klimaat)veranderin-
gen te kunnen opvangen, met behoud van aan
wezige functies. De vele ingrepen in het Neder
landse rivier- en kustsysteem laten nauwelijks
nog natuurlijke aanpassingen toe. De meeste
ruimte langs de oevers is ingeperkt door inpolde
ringen, bedijkingen of bebouwing. Alleen op de
Waddeneilanden en bij enkele brede duingebie
den langs de Hollandse en Zeeuwse kust zouden
we de natuurlijke fluctuaties nog ongestoord hun
gang kunnen laten gaan. Hoe groter het aandeel
van natuurlijke zelforganisatie in de kustzone, hoe
geringer de benodigde inspanning om de kustlijn
te handhaven. Met het beleid van dynamisch
handhaven van de kustlijn met behulp van zand-
suppleties is hier in 1990 op ingespeeld (4, 5).
De vraag is hoe we behoud en ontwikkeling
van veerkracht verder kunnen concretiseren. Al
lereerst kan dat gebeuren door het op peil hou
den van de zandhuishouding van de kust (duin,
strand, brandingszone én dieper water). De kust
zal daardoor minder kwetsbaar worden voor
stormvloeden, een versnelde zeespiegelstijging of
een eventuele wijziging in de zeestromingen. In
teren op de veerkracht van de kust door het
strand en de eerste duinregels vast te leggen,
vooral door infrastructuur en bebouwing, leidt tot
een verhoogd risico op schade aan deze in de
waterkeringszone gelegen investeringen en tol
een verlies aan natuur- en landschapswaarden.
De veiligheidsnormen gelden hier niet. Een ver
gelijking met de in 1993 en 1995 grotendeels
door de belastingbetaler gecompenseerde schade
in de buitendijkse gebieden langs de rivieren is
terecht snel gemaakt. Ook is er een toenemende
inspanning nodig om de in en achter de kustzone
gevestigde belangen te beschermen: de deels bui
tendijks gelegen 'bolwerken' Egnrond, Bergen.
Scheveningen en in mindere mate Domburg en
Cadzand vragen meer suppletiezand dan de om
liggende natuurlijke duingebieden. Een boulevard
is immers niet in staat om fluctuaties in de positie
van de kustlijn op te vangen. Buiten de be
bouwde kernen zal een scherp beleid nodig zijn