2 AND. WATER EN VISIE lb. 4. Recreatief-toeristische potentie van het strand, in dit geval voor Scheveningen (foto Rijkswaterstaat), i m de sluipenderwijs oprukkende bebouwing op trand en in duin een halt toe te roepen. Tot slot: veerkracht gaat uiteraard verder dan and. Uiteindelijk gaat het erom, watersystemen tie maximale ruimte te geven. Wij verwijzen in dit verband naar de andere bijdragen in dit thema nummer van Zeeland. Er is evenwel meer dan de dynamiek en de veerkracht van de kust. i te economische potentie van de zee Nederland ontleent zijn welvaart voor een groot ceel aan de ligging aan zee. De Noordzee en de kust zijn in de loop der eeuwen uitgegroeid tot een belangrijke motor van de Nederlandse eco nomie. Tachtig procent van de goederen die in nze huiskamers staan, zijn over zee - veelal via Rotterdam - aangevoerd. Verder biedt de zee iuimte voor activiteiten die op het land in het ge drang zijn gekomen. Duidelijk is echter, dat de roblemen op het land niet zomaar naar zee ver schoven kunnen worden (6). De Noordzee is een productiefactor voor vis en vormt een opslagplaats van gas-, olie- en zand- oorraden. De infrastructuur voor het scheep- aartverkeer en het kust- en zeetoerisme hebben een belangrijke economische betékenis. Kustver- lediging, in de vorm van kennis en (bagger-)ma- terieel, is een bekend exportproduct. De Noorcl- ee is bovendien ontvanger van afvalstoffen en geluidshinder die anders op het land zouden moeten worden verwerkt. Dit biedt economisch voordeel, maar vormt tegelijkertijd een bedrei ging voor natuur en ruimte. De laatste jaren zijn door diverse initiatiefne mers kustplannen ontwikkeld (zie figuur 1), plan nen van zeer uiteenlopende aard en omvang, ge richt op verschillende gebieden in de kustzone. Plannen ook die meestal gericht zijn op het be nutten van het economisch potentieel van de Noordzee. Zo zijn er plannen voor nieuw land: een uitbreiding van de Maasvlakte, een luchtha ven in zee, het geheel of gedeeltelijk openstellen van de Haringvlietsluizen en de bouw van wind molenparken. Ook de Zeeuwse kust ontkomt niet aan de initiatieven. De monding van de Wes- terschelde duikt telkenmale op als een ruimte oase voor allerlei activiteiten, zoals een multi functioneel eiland en recentelijk zelfs als inter Inationale luchthaven. De riviermonding is in de Planologische Kernbeslissing een serieuze kandidaat voor een windmolenpark. En ondertus sen breidt de toeristische bebouwing op het strand, in de duinen en langs de duinzoom zich steeds verder uit; de afgelopen tien jaar is het aantal vakanties toegenomen van ca. 1,25 miljoen tot 1.45 miljoen en het aantal overnachtingen van 8,0 miljoen tot 9,5 miljoen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1999 | | pagina 43