29
WATER VERDIENT RUIMTE
Loes de Jong
Het waterbeheer in Nederland kent een lange traditie. De belangrijkste grondslag is de bescherming te
gen water. De delta van Nederland, het rivierengebied en de uitmonding daarvan in Zeeland en Zuid-
Holland, ligt laag. Hier stromen Rijn, Maas en Schelde in zee. Voor beide provincies, het overwegend
agrarische Zeeland en het dichtbevolkte en sterk, geïndustrialiseerde Zuid-Holland, is een verantwoorde
nngang met water van levensbelang. Deze moet gebaseerd zijn op een benadering van de waterketen
waarin beschikbaarheid van en behoefte aan water centraal staan. Evenwicht en veerkracht moeten de
pijlers worden van een strategie waarin alert reageren en anticiperen gekoppeld zijn. Water verdient
ruimte.
Welvaart en veiligheid: niets is bestendig
vlet de toenemende welvaart in Nederland nam
(tok de behoefte aan bescherming tegen hoge
waterstanden van rivieren en zee toe. Dijken-
bouw verliep vanaf de vroege Middeleeuwen tot
in de negentiende eeuw volgens een simpel prin-
ipe: de gebruiker en/of eigenaar van de achter
de dijk liggende gronden betaalde voor de aan
leg. Als norm voor de dijkhoogte gold het peil
an het laatste hoogwater. Het reguliere onder
houd werd omgeslagen over de grondeigenaren
jf pachters. Buitengewoon onderhoud, bijvoor
beeld na een dijkdoorbraak, kwam voor rekening
an het waterschap.
Tot op heden blijven we verrast worden door
het water. Ook in de twintigste eeuw garanderen
eeuwenlange ervaring, betere inzichten in weer
en klimaat en onze moderne technologie geen
Ironderd procent veiligheid. De nauwe band fus
ten water en de lage landen is volstrekt oppor-
:uun: het is een haat-liefde verhouding die terug
gaat tot de eerste bewoners.
In discussies over veiligheid spelen emoties
een belangrijke rol. Hoe hoger en sterker een
waterkering, hoe groter het gevoel van veiligheid.
De andere kant van de medaille is dat de gevol
gen van een overstroming steeds desastreuzer
worden.
De rol van veiligheid in het waterbeheer
wordt groter ten gevolge van de verwachte in-
loed van klimaatsverandering, zeespiegelstijging
■n bodemdaling. Over het weer raakt niemand
uitgepraat. Tegenstanders van de mondiale kli
maatmodellen die door het Intergovernmental
Panel on Climatic Change (ipcc) worden ge
hanteerd, stellen dat het chaotische karakter van
het klimaat betrouwbare voorspellingen blijvend
in de weg zal staan. Klimatologische modellen
zijn een vereenvoudigde weergave van de werke
lijkheid en zullen daarom voortdurend moeten
worden bijgesteld. Hun kracht ligt in de bunde
ling van bestaande kennis en nieuwe vragen en
inzichten die daarmee gegenereerd worden.
Ondanks het grillige karakter van het 'weer'
blijken weersvoorspellingen op korte termijn mo
gelijk te zijn. Een probleem blijft de vertaling van
mondiale klimaatmodellen met hun meer alge
mene trends in voorspellingen op regionale
schaal. De marges waarmee die voorspellingen
zijn omgeven, hebben grote invloed op de nauw
keurigheid ervan. Toch biedt inzicht in de gevol
gen van klimaatverandering, zeespiegelstijging en
bodemdaling kansen voor een nieuw type beleid.
De Nederlandse regering onderschrijft dit. Een
beleid van reageren - tot voor kort de leidraad -
maakt plaats voor anticiperen.
De nieuwe opvatting over waterbeheer is neer
gelegd in de vierde Nota Waterhuishouding, die
in 1997 bij wijze van regeringsvoornemen (onder
de titel Waterkader) is verschenen. Een 'veilig en
goed bewoonbaar land met gezonde en duur
zame watersystemen' staat hierin centraal. De wa
tersystemen lopen in de nota in schaal op. Van
'water in de stad' via de regionale wateren naar
de grotere watersystemen van Nederland, de
grote rivieren, het Natte Hart en de Zuidelijke
Delta. Ten slotte worden de kust, de zee en de
oceanen behandeld. Behalve aan een beschrij
ving van de watersystemen en het daarvoor te
ontwikkelen beleid wordt in de nota aan een
aantal specifieke thema's aandacht geschonken.
Veiligheid en verdroging hebben te maken met
waterkwantiteit, emissies en waterbodems met
waterkwaliteit.
Wateroverlast en veiligheid: scenario's en strate
gieën
Bij de behandeling van het thema veiligheid in
de vierde Nota Waterhuishouding speelt de erva
ring van de bijna-overstromingen van de Rijntak
ken en de overstromingen van het Maasstroom
gebied in 1993 en 1995 een bepalende rol. De
hevige regenval van 1993, 1994 en 1998 leidde