32
WATER VERDIENT RUIMT1
De waterketen buitendijks
Het Deltaplan Grote Rivieren zal met de tweede
ronde dijkversterking in 2000 zijn afgerond. Daar
mee zitten de rivieren ingeklemd tussen meters
hoge dijken die vooralsnog de veiligheid van de
mensen erachter waarborgen. Gelet op de op
mondiale klimaatmodellen gebaseerde voorspel
lingen, is aan een volgende ronde dijkversterkin
gen over tien tot vijftien jaar niet te ontkomen.
De in de nota Ruimte voor de Rivier 1996) neer
gelegde beleidslijn en de vierde Nota Waterhuis
houding presenteren een nieuwe aanpak. Het te
ruggeven van ruimte aan het water verhoogt niet
alleen de levensduur van de huidige dijken, maar
brengt veerkracht terug op de plaatsen waar dat
nodig is.
Ruimtebeslag in het winterbed (de geul en de
daarnaast gelegen hoogwatervrije terreinen)
wordt niet meer toegestaan. Daarnaast wordt ac
tief gezocht naar mogelijkheden om het winter
bed te verbreden en zo de afvoer van water tij
dens hoogwaterperiodes te versnellen. Het type
maatregelen is afhankelijk van de ligging van het
riviertraject en de morfologie van de riviertak.
Bovenstrooms kunnen in de talrijke uiterwaarden
nevengeulen worden aangelegd. Vaak wordt dit
al gedaan in combinatie met kleiwinning ten be
hoeve van rivierversterking. Benedenstrooms ont
breken evenwel hoogwatervrije terreinen nage
noeg of zijn ze in gebruik voor watergebonden
bedrijvigheid. Opkopen, saneren en herinrichten
van zulke terreinen is een mogelijke strategie.
Het verbreden van het winterbed door het op
nieuw aansluiten van direct aan de rivier gelegen
polders is een type maatregel dat de meeste emo
ties losmaakt. Het volledig uitpolderen is de
meest extreme vorm van deze maatregel. Wan
neer kan worden volstaan met een variant waarin
alleen onder extreem hoge afvoeren zo'n naast
gelegen polder onderloopt, zal landbouw moge
lijk blijven.
Een andere maatregel is de aanleg van een
doorlaatmiddel in de primaire hoogwaterkering,
waardoor tijdens zeer hoge rivierafvoeren een er
achter gelegen geul watervoerend kan worden.
Met name in de Biesbosch zijn mogelijkheden
voor zulke oplossingen aanwezig.
Water verdient ruimte!
Het zoeken naar meer ruimte voor water raakt de
inrichting van Nederland. Dat water als ordenend
principe een rol in de ruimtelijke ordening heeft
wordt onderkend in de vierde Nota Waterhuis
houding, maar ook in de Startnota R.O., die is op
gesteld ter voorbereiding van de vijfde not;
Ruimtelijke Ordening. Bij de inrichting van de be
schikbare ruimte telt water volwaardig mee
doordat bij het opstellen van plannen vooraf kan
sen en knelpunten voor water in beeld worden
gebracht. Zowel vanuit het natte als vanuit hei
droge blijft water het gezicht van Nederland be
palen.
Referenties
Adriaanse, L.A. en Saeijs, H.L.F. 'De kunst van hei
Deltadenken; Uitdagingen voor het waterbeheei
in de 21e eeuw' (elders in deze aflevering var
het tijdschrift).
Knip, K. 'Hete vuren: tien argumenten pro er
contra de broeikastheorie', nrc Handelsbladbij
lage Wetenschap Onderwijs, 27 novembei
1997.
Mierio. T. van. 'Ruimte voor water'. Wantij 15
(1998), nr. 4, 3-5.
Ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu
Startnota R.O.,- 5 hoofdlijnen. Den Haag, januari
1999.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat/Ministerie
van Ruimtelijke Ordening en Milieu. Beleidslijn
Ruimte voor de Rivier. Den Haag, april 1996.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Vierde Nota
waterhuishouding; Regeringsvoornemen. Den
Haag, september 1997.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Notitie Aan
pak Wateroverlast. Den Haag, december 1998.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Rijkswater
staat, Directie Zuid-Holland. Integrale verkenning
benedenrivieren: Toekomst zonder watervrees.
Rotterdam, augustus 1998.
Stuurgroep Bruisend Water. Bruisend Water, eind
rapportage. Provincie Zuid-Holland/Zuid-Hol-
lanclse Waterschapsbond. Den Haag, oktober
1998.
Van de Ven, G.P., Driessen, A.M.A.J., Wolters, W..
Wasser, J. Niets is bestendig De geschiedenis
van de rivieroverstromingen in Nederland.
Utrecht 1995.
Waterschap De Zeeuwse Eilanden. Waterschap
waarheen?Masteiplan 2007. Goes, oktober 1997.