54
BLOEMDtJt. EN
Noten
1. We spreken van verruigingwanneer ruigte
kruiden de overhand nemen in een vegetatie.
Ruigtekruiden zijn meestal hoog opgaande, stik-
stofminnende, meerjarige soorten. Zij vormen
dichte zoden (kweekgras) of pollen (rietzwenk-
gras) en geven eenjarige zaadplanten geen
'ruimte en licht' om te kiemen (kleefkruid, bra
men). Daar komt nog bij dat deze soorten
meestal in staat zijn de beschikbare stikstof di
rect en effectief op te nemen, waardoor zij hun
concurrentiepositie nog versterken (brandnetels).
2. R. Van der Meijden, Heukels'flora van Neder
land (Groningen, 1990).
3. A.A.M. van Haperen (red.), Natuurbeheer op
de Zeeuivse dijken. Verslag Studiedag 28-01- '87.
Zeeuwse Milieufederatie en Directie NMF (Goes,
1987); K.V. Sykora, G.M. van der Krogt en J.
Rademakers, 'Vegetation change on the embank
ments in the south-western part of the Nether
lands under the influence of different manage
ment practices (in particular sheep grazing)', in:
Biologican Conservation 52 (1989), biz. 1-21; B.
van Tooren, Vereniging tot Behoud van Natuur
monumenten in Nederland ('s-Graveland, 1983).
4. J.H.J. Schaminée, A.H.F. Stortelder en V. West-
hoff, De vegetatie van Nederland (Uppsala/Lei
den, 1996).
5. K.V. Sykora en C.M.P. Sykora-Hendriks, 'A
phytosociological investigation of the dikes of the
"Zak van Zuid-Beveland", the Netherlands', in:
Proceedings of the Koninklijke Nederlandse Aka-
demie van Wetenschappenseries C, volume 80
(3), juni 10 (Amsterdam, 1977).
6. A.A.M. van Haperen, De vegetatie van Middtn-
Zeeland. PPD Zeeland (Middelburg, 1983), R vl.
Mooy, De vegetatie van Zeeuwsch-Vlaanden n.
PPD Zeeland (Middelburg, 1986), K.V. Sykoa,
G.M. van der Krogt en J. Rademakers, 'Vegetati >n
change on the embankments in the south-w< s-
tern part of the Netherlands under the influence
of different management practices (in particu ar
sheep grazing)', in: Biologican Conservation 12
(1989) en F. Straub en J. Zwanenburg, De vege1 ri
tte van de binnendijken in het Deltagebied. L. J.
Wageningen, Vakgroep Vegetatiekunde, Plante-
noecologie en Onkruidkunde (1991)-
7. W. van Wijngaarden, De vegetatie van N001 i-
Zeeland. Provincie Zeeland, Directie Economu
Ruimtelijke Ontwikkeling en Welzijn, Bureau La 1-
delijk Gebied (Middelburg, 1993).
8. G.M. van der Krogt, Voorkomen en behoi d
van zeer zeldzame dijkplanten in Zeeland. Pp >-
vincie Zeeland, Directie Milieu, Ruimte, Wal r
(Goes, 1998).
9. K.V. Sykora en C.M.P. Sykora-Hendriks, De
dijkvegetatie van Zuid-Beveland. Botanisch lab< >-
ratorium afd. Geobotanie, K.U. - Nijmegen i.s.i 1.
Deltainstituut voor Hydrobiologisch onderzoe
Yerseke 1973)-
10. B. van Tooren. Vereniging tot Behoud v; i
Natuurmonumenten in Nederland ('s-Graveland,
1983).
11. O.a. K.V. Sykora, G.M. van der Krogt en
Rademakers, 'Vegetation change on the embanl -
ments in the south-western part of the Nethe -
lands under the influence of different manage
ment practices (in particular sheep grazing)', i
Biologican Conservation 52 (1989).