88 HET LANDSCHAP VAN OVERFLAKKI E Afb. 4. De Groote Kretk in de Heerenpolder I ij Oude Tonge, met eeuv - kanten (foto F. Beekman hebben wel een voorstraat, die uitloopt op de kerk, maar de kerkring ontbreekt hier. In de ove rige dorpen is nog minder sprake van een ge plande opzet. Herkingen is een dijkdorp gewor den en Melissant en Stellendam bestaan in opzet slechts uit een straat loodrecht op de dijk. De kerk neemt daar geen dominante plaats meer in en moet genoegen nemen met eem hoekje langs de dorpsweg. Ook in Zeeland zien we in de ze ventiende eeuw die afnemende belangstelling voor een goede dorpsplanning. Vooral op Noord- Beveland is dit duidelijk: Colijnsplaat is een ide aal voorstraatdorp, in Kats en Kortgene sluit de kerk de voorstraat ook op monumentale wijze af, Geersdijk en Wissenkerke hebben wel een voor straat, maar de kerk is naar een bescheiden plaats verbannen, en Kamperland is alleen maar een lange rechte weg. Verkaveling Interessant is ook de verkaveling van de Flak- keese kerneilanden. Van het onregelmatige blok patroon, dat zo kenmerkend is voor de oude Zeeuwse kerneilanden, is hier geen sprake meer. De polders zijn ingedeeld door middel van lange rechte wegen, die min of meer loodrecht gesne den worden door eveneens rechte dwarswegen. Dit lijkt dus veel op de grote polders die in Zee land omstreeks 1600 zijn ingedijkt, zoals Oud- Noord-Bevelancl en Borssele, maar het patroon is minder regelmatig en strak. Tussen de rechte we gen wordt het verkavelingspatroon namelijk sterk beïnvloed door de nog aanwezige getijgetilen, die een rol spelen in de afwatering. Vooral in de polder Dirksland vinden we nog veel onrgelmatig gevormde kleine perceeltjes. In de Oudelandse Polder van Middelharnis en Sommelsdijk valt het op, dat de wegen weliswaar recht zijn, maar el kaar onder scheve hoeken kruisen. De verkavt - ling van het Oudeland van Grijsoord en van Sin - Adolfsland is al veel regelmatiger en consequei t rechthoekig. In grote lijn vinden we een dergelij c verkavelingspatroon ook in Zeeland terug in d e eveneens uit de vijftiende eeuw daterende po - ders van Sint-Annaland (evenals in Sommelsdij t rechte wegen, maar scheef op elkaar) en Oos - duiveland (Bruinisse). Zoals gezegd zorgen de overgebleven getijde- geulen voor een onderbreking van het regelm; - tige verkavelingspatroon. Ze bleven als natuu - lijke kreken in het polderland liggen en krege 1 een functie bij de afwatering. De meeste kreke 1 waren vrij breed en ondiep en voorzien van lagt glooiende oevers, zodat ze niet in het rechthoe kige patroon waren in te passen. De lage oevei- stroken waren alleen te gebruiken als graslanc en vormen daardoor een opvallend element in het landschap, dat overigens vrijwel uitsluiten: 1 voor akkerbouw gebruikt wordt. Ze worden op Flakkee 'eeuwkanten' genoemd, een woord da in geen enkel ander Zeeuws dialect voorkomt. F1 het katholieke Achthuizen, waar het dialect Bra bantse invloeden heeft ondergaan, zeggen z> 'jiwkant'. De kerneilanden van Overflakkee vorme: daarmee een interessante fase in de bedijkingsge schiedenis van de Zeeuwse eilanden. In de vijl tiende eeuw werden in Zeeland weinig grote pol ders bedijkt. Men hield zich toen vooral bezi met kleine aandijkingen aan de oude midde eeuwse kernen. Tot de weinige uitzonderinge behoren Sint-Annaland en Oostcluiveland. In de grote inpolderingsprojecten van roni 1600 vinden wre al de consequente rechthoekige verkaveling. Voor deze inpolderingen werd 1 van te voren een geheel uitgewerkt plan opgt- stelcl door een landmeter. Tiet in te poldere 1 schor werd opgemeten, de dijktrajecten werde

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1999 | | pagina 10